Jaap Meents
Frits Slicht
Als ik op de markt sta, maak ik veel geintjes met de klanten. Zo heb je een vrouwtje, die is nogal klein. Ze vraagt dan wel eens: “Koopman, kunt u die kaart voor mij pakken?” Die kaart zit dan te hoog voor haar. Dan zeg ik: “Natuurlijk schat, zal ik je optillen, of zal ik hem voor je pakken?” Dat soort dingen kunnen gewoon op de markt. Ik noem elke vrouw trouwens ‘schatje’. Die vrouwtjes vinden het prachtig dat ik ze aandacht geef. Ik zeg ook wel eens tegen ze: “Schat, let nou toch op je tas en je portemonnee, doe die tas goed dicht.” Ik help ze daar dan ook wel mee.
Op vrijdag krijgen we heel veel Joodse klanten aan de stal, veel oudere klanten. Die komen dan wat smoezen. Zo komt er iedere vrijdag een oudere, orthodox Joodse man. Die neemt ook altijd wat mee; een koshere galle bijvoorbeeld of gemberbolussen. Je mag dan niet betalen, dat wil hij niet hebben.
We hebben ook een heel dankbare stal. Laatst zei iemand tegen Jol: “Wil je me één ding beloven? Dat je nooit zal weggaan van de markt?” Dat werd gezegd door een ouder stel die al ook al jaren bij ons komen. “We kunnen je nooit missen op de markt.” Dat is toch fijn om te horen. Mensen geven aan dat ze dankbaar zijn, dat ze van alles kunnen kopen en dat we zo positief zijn en altijd aardig tegen en voor de klanten.
Het maakt mij ook niet uit of ze nou één kaartje kopen of wel honderd tegelijk. Voor mij, voor ons, zijn alle klanten gelijk. Ze hoeven zich echt niet te verontschuldigen als ze maar één kaartje kopen. Als ze er niet meer nodig hebben, moet je ook niet moeilijk doen. Van mij krijgen ze allemaal dezelfde behandeling. Dat is ook onze kracht, denk ik. We krijgen er ook veel voor terug.
-------------------------------------------------
Dit is verhaal nr. 30 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 31 ga naar De markt verandert'
Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.