Na allerlei kleding en andere zaken te hebben verkocht op de markt, zijn we in de kaartenhandel terecht gekomen. Op de Dappermarkt stond, ik denk dat het zoโn vijftien jaar geleden was, al een man met kaarten. Dat was: Hans Kaart (zijn bijnaam, niet zijn echte naam). Hij verkocht alleen van die goedkope kaarten, maar hij had wel een grote stal. Elk jaar ging hij wel drie maanden op vakantie, van januari tot en met maart. Al langer sprak hij over stoppen, maar stoppen deed hij maar niet. Op een gegeven moment bleef hij echter wel zes maanden weg. Wij dachten, nu is hij echt gestopt. Voor ons het moment om โin de kaarten te gaanโ. Voor die tijd wilde ik niet beginnen met kaarten, zo zit ik niet in elkaar.
Zo kwam het dat Jol op een maandag zei: โWe gaan in de kaarten.โ Ik zei nog: โJe bent niet goed bij je hoofdโ. We wilden wel, maar eigenlijk wisten we helemaal niets van kaarten. We wisten niet eens waar we dat spul konden kopen. Jol heeft het toen allemaal uitgezocht. Ze heeft verschillende bedrijven gebeld. Uiteindelijk zijn we in Rotterdam terechtgekomen, bij een groothandel.
De man van de groothandel kwam erg sympathiek over. Hij zei tegen ons dat we maar eens langs moesten komen. Hij zou ons wel wegwijs maken en hij wilde weten of we โvan de plankโ wilden verkopen of โin rekkenโ. Dat laatste natuurlijk, dat is veel mooier. Die rekken had hij ook voor ons. Die rekken waren redelijk duur, maar hij zei: โBekijk eerst maar eens of het bevalt en hoe het gaat. Is het niks, dan geef je ze gewoon terug. Dat geld komt later wel.โ Maar het beviel allemaal prima. Inmiddels komen we al een jaar of zestien bij hem.
Zo zijn we dus in de kaartenhandel terechtgekomen. Wat wel jammer was, was dat Hans Kaart nog wel terug is gekomen. Lees daarvoor het verhaal: Hebreeuwse Kaarten
-------------------------------------------------
Dit is verhaal nr. 25 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 26 ga naar Hebreeuwse kaarten'
Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.