Over een koor van âeenvoudige mannenâ
Ploos van Amstel is vol lof over het koor van de Mannenzangvereniging Transvaal. Een koor van eenvoudige mannen, maar beschikkend over een groot stemmateriaal. Het geluid streelt het oor! Niet altijd zijn het de geschoolden die een dergelijke grote kwaliteit ten toon spreiden. In dit geval gaat het om mannen uit het volk. Mannen die door handenarbeid het brood moeten verdienen en die: ââŠ.den strijd om het bestaan soms terdege aan den lijve gevoelen en toch nog hun vrijen tijd beschikbaar stellen om den zang te beoefenen zich hieraan geheel geven en hun krachten wijden.â
Ploos van Amstel over Meijer Smeer
Niet minder lovend is hij over de dirigent van het koor: Meijer Smeer. Hij vermeldt voor het eerst dat Meijer autodidact is. Hij heeft vanuit zijn passie voor de koorzang het dirigentenstokje opgepakt. Hij beschrijft Meijer verder als en kleine man. Meijer was inderdaad niet veel groter dan Ă©Ă©n meter vijftig. Tijdens de concerten had Meijer dan ook vaak een verlengstuk nodig in de vorm van een stoel of een krukje. Dat Meijer brildragend is, weten we door de beschrijving van Ploos van Amstel. Hij zegt namelijk het volgende: âMet zijn vieroog, zonder druk gedoe of beweging, zijn mannen aangordend en bezielend.â Vieroog is de benaming voor een brildrager!
Joodsche bezieling!
Tot slot nog een laatste citaat van Ploos van Amstel: âEr gaat van uit een gloed en bezieling, iets wat bekoort en treft, wat het harte raakt en het gemoed streelt, het Joodsch gevoel is hieraan zeker niet vreemd, het sentiment treedt hierbij naar voren en mist haar uitwerking niet.â
Het gaat te ver om Ploos van Amstel nog verder te citeren, maar hij blijft in de verdere toespraak lyrisch met een opvallend bloemrijk taalgebruik over koor en dirigent.
Ga voor de gehele toespraak van Ploos van Amstel naar de website van: Delpher.nl met als zoekopdracht "Ploos van Amstel (in het NIW van 27 augustus 1926).
Terug naar de Inhoudsopgave