Zuiderzeepark
Dat wil overigens niet zeggen, dat ik daardoor een nare jeugd gehad heb, integendeel, ik denk dat mijn jeugd mooier en avontuurlijker is geweest dan van de meeste Amsterdammers. Behalve aan mijn ouders, die met weinig er veel van wisten te
maken, lag dat niet in de laatste plaats aan het feit dat wij, in de stad, ook aan de rand van de stad en zelfs eigenlijk buiten woonden.
Een blok verder, naar schatting 100 meter, en we stonden in de natuur: het Zuiderzeepark, later het Flevopark geheten. Dit liep uit op het Nieuwe Diep, een plas waar je kon zwemmen, varen en in de winter schaatsen.
Merwedekanaal
Nog even verder en je liep op de Ringdijk, de Diemerzeedijk, de Zeeburgerdijk. Hier had je het Merwedekanaal, officieel het Amsterdam-Rijn kanaal geheten, maar zo noemde niemand het. Hier kon je sleepjes pikken, langs de dijk schuimen en zo voort. Daar weer achter het Militaire kamp en de dijk richting Oranjesluizen, je was dan al zeker een uur of anderhalf te voet onderweg.
Rangeerterreinen
Ging je van huis uit de andere kant op, dan lonkte de Veemarkt en daarachter de havens en de rangeerterreinen van de Spoorwegen. Een grandioos speelterrein en mogelijkheid voor avonturen als je zo'n 10 jaar oud bent.
Spelen in de buurt
Je kon natuurlijk ook in de buurt blijven en met je vriendjes 'stoepie' spelen, een balspel of 'diefie met verlos', of 'Buut buut'. Dat was een balspel met putdeksels. Kortom, je kon je er met de beste wil van de wereld niet vervelen. Zonder computers, en tv bleek dat ook te kunnen.
Met vader mee
In de zomer ging ik met mijn vader vaak vliegeren in het park en later toen ik wat groter werd, ging ik met hem mee als hij aan de bootjes van zijn zwagers ging timmeren, ik heb daar veel geleerd. Op zondag, als mijn vader tenminste vrij was, gingen we met het hele
gezin wandelen, ook met mijn oudere broer en mijn kleine zusje in de kinderwagen, het park door, langs de volkstuintjes, langs de voetbalvereniging "Ambon", naar de dijk, langs het kanaal tot het pontje naar de Ringdijk, dan de Ringdijk terug tot het bruggetje naar de Valentijnkade en door het park weer terug. Een stevige wandeling, zeker als je 10 jaar oud bent.
Wafels voor een kwartje
In de buurt was ook altijd van alles te beleven. Op zondag, tegen etenstijd, kwam er een oude autobus, getrokken door paarden door de straat, de wafelenkraam. Deze verkocht verse wafels met en zonder slagroom en poedersuiker. Maar aangezien dit voor het gezinsbudget te duur was, haalden mijn moeder en vader wel eens een pan 'gebroken
wafels' voor een kwartje. Ik heb mij wel eens afgevraagd of ze ooit wel eens een niet gebroken wafel verkochten, ik heb het althans nooit gezien.
Gerammel van de kratten melkflessen
Wakker worden gebeurde, zeker in de zomer, behoorlijk vroeg. We woonden boven een melkboer, de familie van de Vecht, en die werden zo tegen 5 uur in de ochtend bevoorraad door de wagen van de Sterovita. Met veel gerammel werden de kratten melkflessen afgeladen en de kratten lege flessen weer opgeladen. En tegen de tijd dat die wagen dan weer vertrokken was, kwam er, ik dacht twee keer in de week, de Sterovita auto met de losse melk. Die werd uit een roestvrij stalen tank overgegoten in de klaarstaande melkbussen, ook niet bepaald geruisloos. Voor hen die dit niet weten, Sterovita, was de plaatselijke melkfabriek, bij de Polderweg.
Zo zit mijn hoofd vol met herinneringen aan sfeerbepalende dingen, avonturen en personen.