Het bovenhuis in de Blankenstraat waar Willem de Haan en zijn vrouw woonden bood weinig gelegenheid om buiten te zitten, dus gingen zij op zoek naar een volkstuin met huisje. Zij vonden dat bij Frankendael, in die tijd gevestigd aan de rand van de Indische buurt.
In het najaar van 1976 begonnen ze het huisje op te knappen, het was toevallig net een warme periode.In de Indische buurt was de afbraak in volle gang, op de hoek van de Sumatrastraat lag her en der verspreid veel sloopafval: deuren, balken en ander bouwmateriaal. Het lag zomaar op straat, geen hekken er om heen, in die tijd werd al dat materiaal naar de vuilnisbelt gebracht en niet hergebruikt. Willem nam 12 dezelfde deuren mee, half glas en half hout.De deuren verbond hij aan elkaar tot een serre, ook voor de vloer gebruikte hij oude deuren, alleen het dak was van golfplaat. De serre werd ongeveer 20 vierkante meter groot en vanwege al het glas was het - met een beetje zon -al snel warm .
Willem en zijn vrouw hebben er heel lang lekker zitten 'zonnen' terwijl het buiten koud was. Bij hun vertrek uit het volkstuincomplex in 1986 stond de serre nog fier overeind. Inmiddels was ook de Blankenstraat gesaneerd en waren zij verhuisd naar de Watergraafsmeer.
Het 'winkelen naar deuren ' kreeg daar een vervolg. Veel mensen braken de wand met schuifdeuren tussen voor- en achterkamer af en Willem mocht de afgedankte deuren gebruiken. De deuren met het glas in lood er nog in staan nog te pronken in zijn huis.
Dit verhaal hoort bij een serie "winterverhalen" Lees bijvoorbeeld https://geheugenvanoost.amsterdam/page/48501
https://geheugenvanoost.amsterdam/page/48122
https://geheugenvanoost.amsterdam/page/48262
https://geheugenvanoost.amsterdam/page/48568