Een boos briefje
Op 23 mei 1941 schrijft het waarnemend hoofd van de Louis Bothaschool in de Kraaipanstraat (op nummer 58) een kort briefje aan: den heer Commissaris van Politie, Bureau Linnaeusstraat. Het gaat om een vader van een leerling die een onderwijzeres had bedreigd. Hij zou haar gedreigde hebben om naar na 12 uur: âonder handen te zullen nemenâ. Het is het hoofd van de school duidelijk dat hij van dergelijk gedrag niet gediend is. Hij wijst er ook nog op dat de vader al eerder dergelijk gedrag had vertoond (Kerstmis 1940). Hij verzoekt om maatregelen te willen nemen, zodat: âdeze ouder tot de orde wordt geroepen en zijn eventueel voorgenomen handelingen te doen voorkomenâ.
Aanvulling Frits
Kort na deze datum wordt er een nieuw hoofd aangesteld. Het gaat hier om Eli van Tijn. Dat was in september 1941. De Louis Bothaschool werd toen op last van de Duitse bezetter een Joodse school (de Joodsche school nr. 9).
Het onderzoek
Twee agenten van politie onderzoeken de zaak. Zowel het waarnemend hoofd als de betrokken schooljuffrouw worden door hen gehoord. Zij vertelt dat de vader naar school kwam om met haar te praten over het schoolverzuim van Ă©Ă©n van zijn dochters. Er zouden in haar klas twee zusjes zitten (van 10 en 12 jaar oud).
Enig speurwerk mijnerzijds leverde op dat het hier gaat om de zusjes Lena (12) en Jansje (10) Vischschraper (aanvulling F.S.)
Afloop
Via de link naar de Tugelaweg 108 III krijgt u meer informatie (+ fotoâs) over het gezin.
Deze informatie is overigens niet volledig. Wolf en zijn vrouw Rebecca kregen samen tien kinderen, twee van hen overleden al op jonge leeftijd. Twee kinderen (Andries en Arie) kwamen in een inrichting terecht voor âzwakzinnige kinderenâ, in de Ruidelsheimstichting.
Dochter Jansje heeft tijdelijk in Amersfoort (gewoond), ik weet niet waarom of waar.
Alleen dochter Bloeme overleeft de oorlog, zij woonde in Laren.
Bron: archiefkaart van Wolf Vischschraper en Community.
Lees verder
https://geheugenvanoost.amsterdam/page/46851