Mijn vader moest in 1939 weer naar zee. Hij werkte bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland (die zat op het Java-eiland). In de oorlogsjaren heeft hij vele zeeën bevaren. Hij zou pas op 31 augustus 1945 weer terug komen. Hij was kort daarvoor aangekomen in Rotterdam. Hij kwam naar Amsterdam in een soort legertruck met zo’n linnen kap er omheen. Ik denk dat die beschikbaar waren gesteld aan mijn vader en zijn collega’s om hen weg of terug te brengen naar huis. Mijn moeder had wel een telegram gekregen met het bericht dat hij veilig was aangekomen en de volgende dag thuis zou komen. Plotseling ging het wel heel snel allemaal.
Op 31 augustus 1945 was de verjaardag van Koningin Wilhelmina. Dat werd bij ons in de buurt en ook in de Boeroestraat groots gevierd. Ik stond buiten en zag de legertruck met mijn vader aankomen. Ik zag mijn vader direct staan, hij stond op de achterklep van de truck. Ik herkende hem onmiddellijk want ik had wel foto’s van hem gezien. Toevallig of niet, maar juist op dat moment was er een muziekkorps op het Boeroeplein. Zij kregen in de gaten dat er iets bijzonders aan de hand was, dat de ‘oude Sijtsma’ terug was gekomen uit de oorlog. Dat muziekkorps heeft toen bij ons voor de deur staan spelen. Ik was zo trots als een oude aap met zeven tieten! Dat zo’n muziekkorps bij jou voor de deur stond te spelen.
Ik had mijn vader direct herkend, ik hing aan zijn lijf en sprong om hem heen en tegen hem op. Hij moet echt gedacht hebben: ‘Wat is dat toch voor een kereltje’. Mijn moeder moest hem toen uitleggen dat ik zijn jongste zoon was. Je moet bedenken dat hij mij sinds 1939 niet meer had gezien, ik was toen nog maar een baby.