Leo Pruis woonde schuin aan de overkant van mij op twee hoog op de Zeeburgerdijk (tussen de Makassarstraat en de Molukkenstraat). Hij was en is nog steeds twee jaar ouder dan ik. Ik was een echte scheitert op de lagere school. Toch ben ik een keer uit mijn slof geschoten. Waarom ik kwaad was, weet ik niet meer. Maar wel kan ik me herinneren dat ik Leo achterna heb gezeten met een bezem tot ver achter op het Zeeburgerpad.
Toen ik vijftien jaar was en Leo dus 17, zijn we met z'n tweeën op de fiets rondom het IJselmeer gefietst. We logeerden in jeugdherbergen. Het begin van de route ken ik nog uit mijn hoofd: Heemskerk, Schoorl, Hippolytushoef. Daar maakten we een wadwandeling. Ik had mijn Agfa Clack meegenomen, maar de foto's waren allemaal mislukt.
Leo korfbalde net als ik bij Archipel. Hij had succes bij de meisjes. Niet omdat hij superknap was. Hij had een vriendelijk gezicht, dat wel. Maar omdat hij heel adrem was, grappig (al waren veel geintjes hetzelfde) en hij kon fantastisch Toon Hermans imiteren. Tijdens een korfbalwedstrijd kon hij ineens à la Toon Hermans declameren: Leg neer die bal. Het was dan wel een korfbal en geen gehaktbal zoals bij Toon, toch schoot je in de lach. Of we moesten op een onverwacht moment ineens zogenaamd de appelmoes doorgeven.
Later ben ik Leo nog eens tegengekomen in de Bijenkorf, waar hij enige tijd liftboy was. Ik vraag me af hij daar ook - op en neer gaand - imitaties van Toon Hermans ten beste gaf en aan de mensen die de lift uitstapten plotseling vroeg: Mien waar is m'n feestneus?