Vanaf juli 1965 tot november 1977 woonden wij met ons gezin in Amsterdam Oost in de Tilanusstraat.
De 2e etage bestond uit kamer en suite, een grote slaapkamer met vaste wastafel en ook nog een grote woonkeuken.
Wat waren we blij verrast in een tijd van grote woningnood zo’n mooie woning te krijgen voor een huur van 69 gulden per maand.
De buurt was mij enigszins bekend want ik werkte op kantoor van het aannemersbedrijf Scheurer & Zn., Camperstraat 17.
Dit was tegenover de school voor vroedvrouwen, waar ik ben bevallen van ons eerste kindje.
De Tilanusstraat was een hele keurige straat met mooie goed onderhouden huizen. Op de hoek werd een begin gemaakt met de bouw van het Wibauthuis, inmiddels gesloopt.
De buurt hoefden we eigenlijk niet uit, alles was voorhanden, slagers, bakkers, banketbakkers, schoenmakers, fournituren, speelgoed, groentenhandel, boekwinkel, platenzaak, bloemenstal, juwelier en de verse-waarwinkel van Moe Voskamp, waar uit de winkel een vreselijke stank kwam.
En dat alles in de omgeving van de Wibautstraat tot aan het Beukenplein. Aan de overkant van de Wibautstraat, waar toen nog lijn 7 doorheen reed, begon Jac.Hermans zijn supermarkt. Dat was spannend, hoor. Alles zelf pakken en bekijken.
In de Wibautstraat werd begonnen met de aanleg van de metro. De rellen rond de Nieuwmarkt, zo dichtbij, leken veraf.
In de Tilanusstraat werden wij ‘het jonge stel’ genoemd, de buren waren al wat oudere bewoners en wilden ons graag bemoederen. Wij lieten het ons dat aanleunen en luisterden naar de verhalen van vroeger. Het waren veel droevige verhalen uit de oorlog over het weghalen van de joodse bewoners. Veel diamantbewerkers en middenstanders.
De eerste jaren dat we er woonden hing er altijd een bedrukte sfeer op de avond van 4 mei. Alle buren waren buiten en in stilte herdachten zij de doden.
Maar er is veel goeds en moois gebeurd daar in die straat in Oost, onze kinderen zijn er geboren en naar het Montessori-onderwijs gegaan, hebben vriendjes gemaakt die ze nog steeds zien. We konden ze met een briefje en geld in hun hand naar de winkel sturen en dat kwam altijd goed.
Op straat spelen bij het beeld van meneertje peertje Wibaut, zoals de kinderen het noemden. Het beeld is nu verplaatst.
We wonen er niet meer, maar geregeld nemen we een kijkje in die oude buurt, bijna altijd vrijwillig, maar soms omdat we op bezoek moeten in het OLVG.
Het zijn mooie jaren geweest daar in Oost en na jaren van achteruitgang is het nu weer volop bezig een prachtbuurt te worden.
Ik geef het stokje door aan Bob Timman.
-----------------------------------------
Terug naar de "index" van "Het estafettestokje"