Waar ik nu woon wordt één keer per maand papier en karton in grote klikobakken met blauwe deksel opgehaald door vrijwilligers. De inkomsten gaan naar verenigingen. Dat ging bij ons eind jaren vijftig heel anders. Ik bracht onze kranten en die van m'n opa's en oma's, altijd keurig met touw ombonden, naar Kapteijn aan het eind van het Zeeburgerpad. Ik kreeg dan bijvoorbeeld vijf cent per kilo. Soms had ik ook een stapeltje tijdschriften die brachten meer op. Alles ging op een grote weegschaal. Het gewicht werd op een briefje geschreven. Je liep dan naar een kantoortje waar je in kleingeld uitbetaald werd, want het was vaak minder dan een gulden.
Mijn opa wist, als gepensioneerd machinebankwerker bij Werkspoor, dat je voor ijzer, geel- en roodkoper meer kreeg dan voor papier. Hij stuurde me dan weg en selecteerde vooraf ijzer, messing, rood- en geelkoper, want apart leverde dat meer op, dan het hele soepzootje doorelkaar. Hoewel hij door reuma moeilijk liep, ging hij toch wel eens mee. Hij vond het leuk om een babbeltje te maken.
Ik vond het altijd imposant hoe ze al dat papier tot balen konden persen. Als vijftienjarige, kwam ik er lange tijd bijna elke week. Elke woensdag liep ik namelijk met het Wiering's Weekblad in de oude Jodenbuurt, waar nu de Stopera staat. In die periode gingen veel huizen daar tegen de vlakte, waardoor ik wekelijks te veel kranten kreeg. Die werden dan een dag later door mij afgeleverd bij Kapteijn. Dat was een wekelijkse bonus van mijn bezorginkomsten.
Op internet zie ik dat de firma Kapteijn Metaal Recycling BV nog steeds bestaat. Alleen zullen ze mijn klandizie moeten ontberen.
Voor een You tube filmpje over de firma Kapteijn ga naar
Kapteijn