Onderstaand verhaal is aangepast qua taalgebruik en spelling! Het artikeltje is afkomstig uit De Tribune van 19 mei 1924. De Tribune was een sociaal democratisch weekblad. Het artikel was geschreven door L. Meijer.
“leder die in de Oosterparkbuurt te Adam woont, weet dat daar een Lijstenfabriek is (adres: Tweede Oosterparkstraat 5-7). Vooral de laatste tijd is deze fabriek berucht geworden. Hoe komt dit? Wil je het weten, ga dan 's middags om 12 uur even naar de fabriek. Meneer van Loon (de man die zorgt dat de jongens en meisjes niet te veel luieren, die je achter de vodden zit, wanneer je soms vergeten mocht zijn, dat je op de Standaard werkt) zal je direct vertellen dat wij zo’n schitterende reclame hebben gemaakt. Wij, dat zijn de door meneer vervloekte jonge communisten. Reeds twee maanden geleden stond er een artikeltje over in de „Jonge Communist". In dit artikeltje konden wij natuurlijk niet alles meedelen. Het is nu echter nodig, weer enige van die staaltjes mede te delen, daar anders de lijstenfabriek zijn „goeden" naam verliest. Stel je voor, dat dit gebeurde. De baas zou voor zijn eigen geld reclame moeten laten maken. Ben je gek, hij geeft dit geld liever aan zijn werklieden! Luister maar! Men weet nog niet wat voor een goeie kerel die baas is.
Niet alleen dat hij zorgt dat je niet te veel geld opmaakt, hij zorgt ook dat je niet stijf in je benen wordt.
Zo zijn er meisjes, die met het werk van politoeren belast zijn. Dat politoeren is zéér voordelig! Voor iedere 10 latjes die je politoert krijg je 1 cent. Om nu f 5 te verdienen, moet je wel 5000 latjes politoeren.”
Volgende verhaal: Toestanden aan de Lijstenfabriek “De Standaard” (deel 2)