Vervolg op Verhaal met een luchtje
Het rioolprobleem
Er was (in 1925-26) een ernstig probleem met het riool in het gebied tussen de Eerste Oosterparkstraat, de Vrolikstraat en de Tweede Oosterparkstraat. De totale herstelkosten werden geraamd op 2100 gulden. Het Bestuur van de Over Amstelsche Polder (OAP) bood aan om de herstelwerkzaamheden te laten uitvoeren. De kosten zouden dan āpondspondsgewijsā (naar evenredigheid) over de diverse perceeleigenaren worden omgeslagen. Aangezien het om een totale oppervlakte ging van 6078 mĀ², moest een ieder 35 cent per mĀ² betalen. Uit de brief van maart 1926 die Het Bestuur aan de eigenaren schrijft blijkt dat dit bedrag een maximum bedrag is.
De firma Levie en de familie Rozelaar
EĆ©n van de eigenaren is de fabrikant van spiegels, de firma Levie. Zij moeten een bedrag betalen van f. 562,10, een eenvoudige rekensom leert dat het dus gaat om een grondoppervlak van 1606 mĀ². In het dossier over deze kwestie zit ook een āUittreksel van den Perceelsgewijzen Kadastralen Leggerā van de Gemeente Amsterdam. Daaruit blijkt dat het in dit geval gaat om vijf percelen in de Eerste Oosterparkstraat en zeven percelen in de Vrolikstraat. Naast de hoofdeigenaar, Alfred Levie, werd nog een eigenaar genoemd: Mevrouw Anna Maria de Roos, weduwe van David Salomon Schoyer.
Alfred Levie en de familie Rozelaar zijn de enigen die verder uitgebreid aan de orde komen in dit dossier. Daarom ga ik iets dieper in op deze beide families. Van de overige eigenaren is niet veel meer bekend dan hun naam en welk perceel zij in bezit hadden. Ik zal in een volgend verhaal iets over hen zeggen.