Juffrouw De Hond
Bij ons op de trap, op de eerste verdieping, woonde juffrouw De Hond. Juffrouw De Hond was een al wat oudere dame van in de zestig. Zij was praktisch blind. Haar meisjesnaam was trouwens Vrouwtje Mof. Zij was de weduwe van Samson de Hond. (Volgens haar archiefkaart had zij een inwonende dochter; Bloeme. Aanvulling F.S.)
Nu was het bij ons op de trap een ongeschreven wet dat de buren ‘omstebeurt’ de trappen schoonmaakten. Juffrouw De Hond zag het allemaal niet zo goed en deed het daarom grotendeels op gevoel.
Ze deed de hoeken, maar wel op een heel speciale manier. Ze krabde de hoekjes met een haarspeld. Die haarspeld haalde ze uit haar haren om vervolgens, op gevoel, de hoekjes te doen. De haarspeld ging daarna weer terug in het haar. De buren deden daarna de hoekjes voor haar over omdat het mensje het niet kon zien.
Juffrouw De Hond was een echt lief en aardig mens. Op een gegeven moment werd ook zij weggehaald. Ik zal dat nooit meer vergeten. Zij had net als alle anderen een rugzak klaargemaakt. Omdat zij zo slecht zag, praktisch blind was, kon ze maar moeilijk de trap afkomen met die rugzak. Ik, David, wilde haar toen helpen. Ik kreeg echter een flinke draai om mijn oren van zo’n snuiter die daar toezicht hield. Verder kreeg ik toegeschreeuwd dat ik moest wegwezen.
Buurman Beezem
Buurman Beezem woonde op nummer 13, op een hoog. Hij was een handelaar in groente en fruit. Hij was getrouwd en vader van vier zoons. Voor hem waren de meidagen van 1940 geen vrolijke dagen. Behalve dat de oorlog uitbrak, werd ook nog eens zijn driewielige bakfiets gestolen. Op zijn driewieler lagen ook nog een half mud aardappelen, een kist sla, een fietspomp en een tiental lege kisten. De schade bedroeg ongeveer 75 gulden.
Bron: meldingsrapport politie.