Oom Manus Fransman en Tante Jet (David)

Verteller: Poortje in de Schalkburgerstraat, naar....!. D.G. Papegaaij
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Schalk Burgerstraat

Twee dagen voordat ze echt zouden onderduiken, werd het ateliertje waar mijn tante werkte leeggehaald. Dat moest haast wel verraden werk zijn geweest.

Smitstraat richting Retiefstraat. Al lopende door de Smitstraat kom je aan het eind in de Retiefstraat 43-45 (het torentje is nog net zichtbaar). Uitgave G.J. Jong. Deze afbeelding van een prentbriefkaart dateert uit 1934. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

Smitstraat richting Retiefstraat. Al lopende door de Smitstraat kom je aan het eind in de Retiefstraat 43-45 (het torentje is nog net zichtbaar). Uitgave G.J. Jong. Deze afbeelding van een prentbriefkaart dateert uit 1934. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

Tante Judic

Mijn vader, Michiel Papegaaij, kwam uit een gezin van zes kinderen. Zijn zuster Judic was getrouwd met Manus Fransman, wij noemden haar trouwens Tante Jet. Zij woonden in de Schalk Burgerstraat 20 op één hoog. Oom Manus was vishandelaar, hij had een eigen visstal. Die visstal stond op bepaalde vaste tijden op het halfronde pleintje in de Retiefstraat, bij een lantaarnpaal. Dat was alleen op bepaalde dagen.
Ik heb nog wel een mooie herinnering. Hij kwam namelijk geregeld bij ons langs. Ik was toen nog een kleine jongen. Het grootste plezier dat ik had, was als we op zijn knie mochten zitten. Met een lepeltje schraapte ik dan de schubben van zijn vingers.

Tante Jet was van beroep naaister. Zij werkte in een klein atelier in de Retiefstraat, vlak bij de Laing’s Nekstraat. Het was een huisatelier, zij werkten in de confectie.
Pas veel later, na de oorlog, heb ik het verhaal gehoord dat zij hadden willen onderduiken. Zij hadden samen afgesproken (Zij hadden geen kinderen.) om gewoon hun gang te blijven gaan. Ze zouden doen alsof er niets aan de hand was. Op een bepaald moment zouden ze dan ‘gewoon weg zijn’.
Twee dagen voordat ze echt zouden onderduiken, werd het ateliertje waar mijn tante werkte leeggehaald. Dat moest haast wel verraden werk zijn geweest.
Mijn tante is toen ook meegenomen, weggevoerd en in Auschwitz vermoord.

Mijn oom bleef alleen achter, hij heeft dat niet kunnen verwerken. Enige tijd later, weken of maanden, heeft hij zichzelf aangegeven. Hij wilde bij zijn vrouw zijn, hij wilde haar zoeken. Of hij haar ook gevonden heeft, weet ik niet. Uiteindelijk is hij in Sobibor vermoord.

Alle rechten voorbehouden

809 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe