Het laatste oorlogsjaar 1944

Bataviastraat, Solostraat, Indische Buurt

Later werd ik daar op de kleuterschool mee gepest, maar ik begreep niet waarom.

 De schitterende koets voor de deur! Ome Bep Tijssen en Nelly's Tante Leni trouwen in het voorjaar van 1944.

De schitterende koets voor de deur! Ome Bep Tijssen en Nelly's Tante Leni trouwen in het voorjaar van 1944.

Alle rechten voorbehouden

De oorlog had op mij, als bijna 4 jarige, grote induk gemaakt. Waar waren de bomen gebleven in de Bataviastraat? Hé, er staan alleen nog een paar stronken? En waarom werd er aan het eind van de oorlog, tegenover ons huis in de Solostraat, opeens geschoten? Ik hing uit het raam te kijken en was verbaasd en doodsbang.
Ons gezin was arm, dus verkocht mijn vader in de oorlog peren in de buurt. Later op de kleuterschool, in de Bataviastraat, werd ik door de kinderen daar behoorlijk mee gepest. Ik begreep niet waarom zij riepen. "ha...ha... Nellie haar vader verkoopt jute-peee..re." Zouden het rotte peren geweest zijn? Ook zocht ik als klein kind sigarettenpeukjes van de straat die ik aan mijn opa gaf. Daar draaide mijn opa weer nieuwe sjekkies van. En oh, de biskwie-pap uit de gaarkeuken. Die smaak! Ik kan het nu nog proeven als ik er aan denk. Er was vaak ruzie tussen mijn broer van 6 en ik over wie het pannetje mocht uitlikken. De bloembollenpap vond ik vreselijk vies, maar ja... honger hé!
Gelukkig gooide onze benedenbuurman Looijer, soms een rood kooltje achter op onze veranda. Op een mooie dag in het voorjaar van 1944 stond opeens een prachtige koets met paarden voor de deur, want ome Bep Tijssen en mijn Tante Leni gingen, trouwen. Heel de Bataviastraat liep uit om dit schouwspel te bewonderen. Ik mocht bruidsmeisje zijn, maar vond die paarden vreselijk groot en eng. Mijn broer ‘Dikkie’ was ook al niet zo erg op zijn gemak, zoals te zien is op de foto.
Vlak na de oorlog werd uit onze straat een vrouw door een joelende menigte opgepakt. Haar haren werden afgeknipt en ze werd met zwarte teer en veren besmeurd. Ik begreep natuurlijk niet waarom, daar werd ook nooit hoorbaar over gesproken in de straat.

Alle rechten voorbehouden

3408 keer bekeken

10 reacties

Voeg je reactie toe
FRED

WIE WEET WAAR RIA WEILER IS/VERBLIJFT?

RIA WEILER ZAL NU ONGEVEER 66 Á 67 JAAR ZIJN. ZIJ WOONDE IN DE HAROEKOESTRAAT. STRAATJE TUSSEN DE INSULINDEWEG EN HET CERAMPLEIN.

Een bezoeker

Nelly

Ach ja...Greet! De Stoere Gabbers van de Soerabajastraat. De oorspronkelijke straat is er niet meer maar, de gabbers van toen zijn nu de stoere ,verstandige, "wijze" heren geworden, want die zijn gelukkig nog wel blijven bestaan.
Nog steeds graag een beetje lol hebben en iemand op de kast jagen en nog steeds met hun spannende verhalen.
Alleen, beste Greet, niet alles geloven hoor!
Trouwens ik woonde in de Bataviastraat en het was streng verboden om met jongens om te gaan uit andere straten. Alleen ja, in de Soerabajastraat woonde destijds een allerliefst jongentje waar ik als 5 jarige mee "ging". Teunis Jansen! Ach wat was die aardig. Die moet ook jij gekend hebben. Nog steeds komt af en toe "SoerabajaHenkie" bij ons op bezoek. Niet te vaak, dat durft hij niet, want net zoals vroeger, op de kleuterschool, is het nog steeds zand gooien geblazen. En als 5 jarige was ik al dapper, dus nu nog steeds.
Dag Greet, nog bedankt voor je reactie. Greetzz... Nelly.

Een bezoeker

Bertus Striethouldt

Beste Greet, ook ik weet nog wie er toen kaalgeschoren was, want met die familie heb ik het geregeld aan de stok gehad.
Heel wat keren hebben we de deur vastgebonden,de lantaarnpaalverlichting uitgedraaid en verscheidene keren een bal door de ruiten gejaagd.
Het bleven verraders, dus menig knokpartijdje volgde op elkaar aan omdat wij ze steeds weer uitdaagden om verhaal te komen halen, of niet Henkie?
Als kleine jongen zag ik het feestgedruis in de Soerabajastraat toen de oorlog afgelopen was
Bij de Centrakruidenier Mul werden er feestneuzen uitgedeeld en de slingers en vlaggen hingen door de straten, zodat het net carnaval in het klein werd gegeven.
Ja, iedereen was erg blij dat eindelijk die rot moffen er uit waren gegooid.
Dagenlang werden er spelletjes gespeeld en de hele buurt deed toen mee.
Wat een harmonie had je toen nog.
Gegroet

Een bezoeker

Henk Vittali

Beste Greet van Vliet, Het kaalgeschoren meisje was van de familie .... op nr. 47 in de Soerabajastraat. Daar gingen wij altijd met luilaknacht de deurknoppen vastbinden zodat niemand er meer uit kon. Dirk Joor aan de overkant op nr. 58 3 hoog gewoond heeft volgens mij ook nog verkering gehad met dat veel oudere meisje. Je gaat inmiddels goed tekeer op deze site met je reactie's, heel goed, breng er maar wat leven in. Mooier zou zijn als je zelf wat schrijft en bij de redactie indient.
Nelly Schilling Teulings was mijn kleuterschool vriendinnetje en inmiddels mijn hartsvriendin, kom er regelmatig maar zij vindt het nog veel te weinig.
Groetjes van je "oud" buurjongetje Henk Vittali.

Een bezoeker

greet v. vliet

ik kan me nog heel goed herinneren dat er een kaalgechoren werd en weet ook nog wie .mijn vader ging s.nachts met een handkar met herman vharmijer naar de treinen om ze leeg te roven.wij kwamen ook veel bij de haringwinkel dat was een als klein kind we speelden daar voor de deur .
de mannen deden daar ook veel bok bok berrie toch was het begin van de oorlog een leuke boel er werd accordeon gespeeld en mijn vader zong er bij.je had fam. jonker.fam.jansen en selier.later werd het slechter maar toch waren we een .kan er nog zoveel over vertellen maar dan word dit een dik boek .vind deze site enig mijn oudste zoon gaf me de hint. groet iedereen uit de soerabajastr van toen 40-45

Visitor

Bertus Striethouldt

Ja Nelly, op deze rubriek had ik nog steeds niet gereageerd, dus bij deze.
1944, schietende moffen op de hoek van de Soerabajastraat/Sumatrastraat waar de Centra winkel van Mul was, op de buurtgenoten die hollend een veilig heenkomen zochten. Ze hadden net weer een wagon op de Kruislaan met eten leeggeroofd. De bakkerskar die ons (moeder, mijn broertje Bob en ik) steeds vervoerde met als gangmaker mijn vader die gereld bij een bevriende boer in Diemen voedsel kon halen. Hartstikke koud, en geregeld de kleine kakschool in de Bataviastraat op slot daar er geen brandstof voor de kachel was. Heel vroeg naar het grote bed om elkaar maar warm te houden. Kommer en kwel allemaal.
Eindelijk, in mei '45 de vliegtuigen met Zweeds wittebrood en haring en chocoladerepen die aan een parachute naar beneden kwamen. Dat zie ik nu nog steeds op mijn netvlies staan toen ik boven op het dak in de Sumatrastraat 232 (het staat er nog steeds) met mijn vader stond te zwaaien naar die overvliegende Engelse Tommy's en vrachtvliegtuigen. Ja, al was ik maar en ventje van 5 jaar, dat vergeet je nooit.

Visitor

Bertus Raats

Nelly, heb je mailtje ergens anders geopend en niet thuis. Reageerde dus van die locatie. Stuur het nog een keer, dan kan ik reageren. Groet, Bertus Raats

Visitor

Nelly

Hoi Bertje, want zo noemden wij je bij ons Teulings, thuis. Je was bevriend met mijn broer Dikkie en met hem hebben jullie heel wat streken uitgehaald die ik hier maar niet zal noemen. Wel, dat niet alleen jij van de HBS gschorst is, ook Dikkie, omdat jullie zo vaak aan het spijbelen waren. Kwam allemaal goed, want later is hij boekhouder geworden bij het toenmalige Vrij Volk. Was getrouwd en kreeg twee kanjers van brave zonen.
Helaas leeft mijn broer niet meer en is overleden op 63 jarige leeftijd in 2001.
Dat verhaal van die boom aan het touw heb ik vaak moeten horen van mijn opa, die ook naast ons heeft gewoond op nr.15 2-hoog. Het winkeltje waar jij boven hebt gewoond, was een drogisterij. Van de zoon Hennie had ik als buurmeisje behoorlijk veel last, omdat hij altijd stond te schelden op de waranda. Nog bedankt voor je reactie en groetjes van de nu 64 jarige Nelly. Die dankzij de warmte van de boom uit de jeugdjaren nog steeds in topvorm is.
Ps. kijk ook eens naar het verhaal "Verwarring bij het aanzien van Oost". Daar staat een oude foto bij waar ook jouw woning van vroeger op staat. Nelly.

Visitor

Bertus Raats

Wij woonden naast Nelly en Dikkie Teuling op nummer elf 2-hoog. Toen heette ik nog Bartje. Dat was boven een klein winkeltje van een vrouw met een geestelijk gehandicapte zoon (Hennie). Met Dikkie ging ik later naar de 3e 5. de hbs op de Mauritskade. Ik werd daar na een paar jaar vanaf gestuurd wegens onhandelbaarheid. Ik zat er niet mee. Kwam zelfs 25 jaar later nog in het onderwijs terecht. Ben eigenlijk benieuwd hoe het met 'Dikkie' gaat. Overigens van die bomen weet ik me te herinneren dat de boom voor onze deur door mijn vader en buren, dus ook waarschijnlijk 'ouwe Teuling', door een touw over de top te gooien, over het hele huis heen aan de leuning van de veranda was gebonden. Als ie omgezaagd zou worden (en dat gebeurde dus in de winter van '44), hadden ze hem toch nog. Heb geen idee hoe dat afgelopen is, want we verhuisden nogal eens heen weer naar mijn tante in de Molukkenstraat en dan weer naar de Bataviastraat. Ben dus benieuwd naar Dik. Bertus Raats (67) bgraats@zonnet.nl

Visitor

Henk Vittali

Cara Nelly, Ja, ja die oorlogstijd. Kolen zoeken bij "De Rietlanden". Als hongerig kind riep ik: "ophalen delen" als er aan de deur werd gebeld in de hoop dat iemand weer eten had meegebracht. Bij ons in de Soerabajastraat werd vlak na de oorlog ook een vrouw naar buiten getrokken en haar haar afgeknipt c.q. kaal geschoren. Als wij het veel later over die mensen hadden zei mijn vader altijd: "van die Moffen-hoer".Uiteindelijk hebben wij elkaar op de kleuterschool ontmoet en mailen na 45 jaar verhalen met elkaar waar menigeen van zou smullen. Wat zeiden wij altijd als kind: "lekker ons geheimpie." Distinti salutie, Enrico Vittali