Een andere Bloem-lezing

Dapperbuurt

'Domweg gelukkig in de Dapperstraat, wat een onzin!', roept de sjofele man.

Domweg vertaald  in de Dapperstraat De slotregel van het gedicht 'Domweg gelukkig in de Dapperbuurt' is in acht talen vertaald (2005)

Domweg vertaald in de Dapperstraat De slotregel van het gedicht 'Domweg gelukkig in de Dapperbuurt' is in acht talen vertaald (2005)

Alle rechten voorbehouden

De man die voor mij loopt staat plotseling stil. Ik bots tegen hem aan. "Pardon", zeg ik. Hij bekijkt mij van top tot teen. "Aan U kan ik mijn gedicht wel kwijt," zegt de man. Sjofel gekleed, vermoeide oogopslag, zijn gebit een pas geruimd kerkhof. Die stem past er niet bij. Die is warm, deftig, bekakt bijna. De man moet betere tijden gekend hebben. Daar staan we dan, recht tegenover Dapperstraat 32. De man kijkt naar de gevel. "Domweg gelukkig in de Dapperstraat," slist hij, "Meneer, wat een onzin! Dat gelooft U toch niet van die J.C. Bloem? Meneer, ik heb mijn vrouw verloren aan mijn beste vriend, mijn vermogen aan de gokkast en mijn lever aan de drank. Meneer, ik weet wel beter." De man haalt uit de linkerzak van zijn versleten gabardine een verfrommeld stukje papier. "Hier, pak aan. Doe er maar mee wat U wilt." Ik strijk het papiertje glad. "Wie bent U?" vraag ik. Ik krijg geen antwoord. De man is in de winkelende menigte opgelost

En dit is wat ik las:

Glazuur is om veel redenen een zegen,
maar dan: wat is met mijn glazuur toch aan de hand?
‘t Is stuk geflost. En dood is nu mijn tand.
Dat euvel, al die gaatjes: ik kan er niet meer tegen.

Geen meid, geen vrouw, die bedelt om verzwegen,
mijn in schadelast verdronken adelstand.
Dat valse volk schreeuwt honend moord en brand.
Ik smoor m’n dolle angst in zuchtend beven.

M’n gal is, mijn keel is, m’n knie is heel verdacht
mijn lever fout, mijn donder vol van zorgen,
rot is mijn kop, hoe schoon eens als gelaat.

Die kwel in mij had ik al lang verwacht,
gezegend ben ik met mijn miezerige zorgen.
Kom zeg! Gelukkig in de Dapperstraat!?

Alle rechten voorbehouden

4211 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Octaaf van sonnet  'Domweg gelukkig in de Dapperstraat' staat op de Dapperstraat / hoek Commelinstraat. Een oktaaf van het sonnet (2005)

Octaaf van sonnet 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat' staat op de Dapperstraat / hoek Commelinstraat. Een oktaaf van het sonnet (2005)

Alle rechten voorbehouden
Sextet  Detail van het sonnet: sextet van 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat' (2005)

Sextet Detail van het sonnet: sextet van 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat' (2005)

Alle rechten voorbehouden
Gerard

Gerard

Alle rechten voorbehouden
Een bezoeker

Anneke Sellmeijer

Het verhaal doet mij denken aan het lied dat wij vroeger op een grammofoonplaat hadden. nl. het fiere schooiershart. Ze was als een dirne in zij en in kant en liep naast een sjieke meneer. Toen lei ze oh god nog een gulden in mijn hand en keek met een lach op mij neer. Ze zag niet de traan van de sjofele vent, die het geld het water in smeet. (het was zijn dochter) Een krach op de beurs, mijn zaken failliet. Veel is niet wat je ziet...
Maar ik voelde mij wel gelukkig als kind wanneer ik op de markt rondliep en de koopmannen hun werk zag doen. Bij slager Krijnen de boodschappen voor mijn moeder deed en een stukje worst toe kreeg.
Vrijdags naar de vishal om gebakken bokking te kopen. Ach, het zijn kleine herinneringen die een gevoel van veiligheid geven.