Deelnemers op die winderige dag waren mevr. Kalf, mevrouw Broers, mevrouw van der Ploeg, mevrouw de Groot en als enigste man meneer Donker. Na het middageten zat meneer Donker al te popelen van ongeduld om met mij zijn rolstoel te halen. Linda bezocht die dag haar moeder, mevrouw v.d.Ploeg, en ging ook mee.
Rond twee uur vertrokken we met het rode Cordaanbusje. Omdat Ajax die dag de kampioenswedstrijd tegen Twente speelde was het behoorlijk druk.
Bij café Spargo in de Linnaeusstraat, naast de Muiderkerk, hadden we afgesproken met de verhalenvertelster Jo Haen, mijn tante. Om de rolstoelen te duwen waren ook mijn ouders aanwezig. In het café was het een drukte van jewelste met luidruchtige Ajaxsupporters. Jo moest bij haar eerste verhaal luid spreken om daar bovenuit te komen. Zij leidde ons, als altijd razend enthousiast, door de buurt.
We liepen door de Wagenaarstraat en stopten bij een woonhuis waar ooit een snoepwinkeltje was. Ze vertelde over oranjetaartjes, lange dropveters. De ouderen konden zich dat wel herinneren zo aan hun verlekkerde gezicht te zien.
Op de drukke, gezellige Dappermarkt speelde een dixielandbandje. Bij Jamin op de hoek van de 1e van Swindenstraat haalde Jo 10 kaneelstokken en daarna rustten we wat uit bij een Turkse bakker.
Mevrouw Kalf wist nog goed waar het oude politiebureau was geweest, vlakbij de Domselaerstraat waar Jo weer een verhaal voorlas. We wandelden door de prachtige, verscholen tuin van het voormalige Burgerziekenhuis en langs het chirurgiegebouwtje. Via de Oetewalerstraat kwam we weer in de Linnaeausstraat waar we mijn onderbuurman met zijn oma tegenkwamen. Oma woont in Sint Jacob op de Plantage Middenlaan.
Bij koffieshop New York rustten we weer even uit. Daar hebben we kunnen zien hoe enige jongelui zich aan een jointje vergrepen. Ze werden onrustig met al die ouderen om zich heen en gingen er snel vandoor. Even later zagen we ze weer bij cafe Milo waar we door al die rolstoelen het hele terras in beslag namen. Ondanks de hete chocolademelk met slagroom hadden sommige ouderen het wat koud en daarom kreeg mevrouw Kalf mijn jas, terwijl enkele dikke verhuisdekens van het café mevrouw de Groot en meneer Donker warm hielden.
Om half vijf stond ons busje weer paraat en namen we afscheid. Iedereen had een leuke dag gehad en zo gingen we voldaan weer terug naar de Diem.