Mijn vader is net als mijn moeder geboren in 1907. Hij leerde mijn moeder kennen toen zij een dienstje had bij zijn tante. Dat hij joods en zij christen was, was voor hen geen probleem. Mijn vader werkte op de markt, hij was een soort standwerker. Hij heeft op de Dappermarkt, maar ook op het Amstelveld gestaan. Na de oorlog ging hij ook wel naar Purmerend. Dat kan ik me nog goed herinneren omdat hij met de trein ging. Dan stonden wij langs het spoor om naar zijn trein te zwaaien. Mijn vader stond met portemonnees op de markt. Hij maakte die zelf van echt leer. Op zolder had hij een kleine werkplaats. Mijn vader was erg handig, hij was een echte knutselaar.
Na de oorlog is mijn vader nooit meer echt gezond geweest. Hij had vooral veel problemen met zijn hart. Vanwege zijn gezondheid hadden we eigenlijk een benedenhuis moeten hebben. De laatste jaren van zijn leven heeft hij veel in het ziekenhuis gelegen. Hij lag dan in het Joods Israëlitisch Ziekenhuis in Amstelveen (het CIZ = Centraal Israëlitische Ziekenverpleging). Toen mijn vader stierf was hij pas 49 jaar.
Ik herinner me mijn vader als een heel goede en zorgzame vader. Hij was bijzonder trots op zijn kinderen, vooral op zijn zeven dochters. Hij zorgde altijd dat we goed in de kleren zaten. Als er iets gebeurd was dan kwam hij altijd voor ons op. Als kinderen mochten we veel van hem. Maar toen we televisie kregen, we waren een van de eersten in Amsterdam, moesten wel oppassen. Om ‘zijn TV’ te beschermen maakte hij een hard kartonnen scherm. Dat stond dan voor de TV als er niets ‘op was’.
Mijn vader was een echte knutselaar
Mijn vader was bijzonder trots op zijn kinderen, vooral op zijn zeven dochters.
3271 keer bekeken