Voorkant aan een klein zijstraatje
De telefooncentrale aan de Middenweg is gebouwd in 1923, naar een ontwerp van architect Boeken. De voorkant ligt aan een klein zijstraatje van de Middenweg, waarvan de bestrating sinds ik er als buurjongetje vlak naast woonde (boven het postkantoor van destijds) nooit is veranderd. Op zich al een monument.
Buitenhuis IJslandt
In de achttiende eeuw stond er het fraaie buitenhuis IJslandt. Op internet zijn gravures zo te vinden. Nu ik dat weet noem ik het gebied tegenwoordig IJsland. Na de overwinning van het IJslandse voetbalteam op Engeland een naam om trots op te zijn.
Schrijfster Frida Vogels
Bij de ingang van de telefooncentrale zijn fraaie art deco-letters te bewonderen, bij rondleidingen door Frankendael loop ik er altijd even langs, soms staat de poort open.
In dat straatje staan twee woonhuizen. Achterin, in het grootste van de twee, woonde de directeur van de telefoondienst Amsterdam. Dat was een tijdje, zo staat voor een goed lezer in haar boeken te lezen, de vader van de schrijfster Frida Vogels. Zij heeft er dus als kind gewoond. Voordat ik ernaast kwam te wonen. Ooit won zij de Libris Literatuurprijs, bij de uitreiking kwam ze niet opdagen; ze schuwt iedere publiciteit. Nog steeds verschijnen er dagboeken van haar hand, die zich in een trouw lezerspubliek mogen verheugen en die ze nog steeds schrijft. Ze woont in Italië.
Hildo Krop
Van de achterkant van het gebouw is een voorkant gemaakt, die staat nu aan de Kamerlingh Onneslaan. Het beeldhouwwerk aan de huidige ingang is van Hildo Krop en komt van het vroegere telefoonhoofdkantoor aan de Herengracht; met moeite is te zien dat het hier om een verbeelding van 4 werelddelen gaat. Die vroegere voorkant werd derhalve achterkant.Wie bedacht heeft dat er iets opzichtig-paarsigs moest komen, die rare uitbouw, was niet goed wijs.Het is geen gezicht, dat moet maar een keer weg.
Nieuwe bestemming: Museum?
Het gebouw gaat vrijkomen, KPN gaat eruit. We moeten nadenken over een bestemming. Het gebouw is een Amsterdamse Schoolmonument, de bestemming moet cultureel zijn. Niet weer horeca, daar hebben we nu wel genoeg van.
Ik stel voor: een mooi natuurhistorisch museum voor stadsnatuur (daar hebben we steeds meer waardering voor) met wisselexposities, over gierzwaluwen, ringslangen, reigers enz. Een oude droom van mijzelf. Misschien is er dan nog ergens ruimte over voor een kleiner Watergraafsmeermuseum. De oude droom van Jaap Kruizinga, de grote historicus van de Watergraafsmeer naar wie recent halverwege het Galileïplantsoen een brug is vernoemd.