Op zondagmiddagwandeling liepen mijn vrouw en ik langs het Onderlangs en keken eens op de binnenplaats van het voormalige kerkje aan het Zuivelplein. Dan hoor ik nog het Lauda Jeruzalem en het Veni Creator tijdens de processie die de binnenplaats rondging en vervolgens door de zijden terug naar de kerk. Nu staan er schuurtjes en is het grootste deel overwoekerd met planten en struiken.
Hulpkerkje in een schoolgebouw op het Zuivelplein
Mijn herinneringen gaan terug naar het Zuivelplein no. 7 waar alles begon. Het was 1936. Dit hulpkerkje was gevestigd in een schoolgebouw en bestond uit 3 klaslokalen waar de muren tussenuit gehaald waren. De toegangsdeuren naar de klaslokalen waren verbouwd tot aardige poortjes, hetgeen een apart karakter aan de kerkruimte gaf. De gang langs de kerk was biechtkapel en de toiletten waren omgebouwd tot biechtstoelen. Het koor lag opzij van het altaar in het verlengde van de biechtkapel.
Op de begane grond was ook nog een zaal, de ‘burcht’ geheten en diende voor bijeenkomsten, vergaderingen etc. Boven waren de kamers van de paters, de keuken, spreekkamer en bibliotheek. De paters in dit prille begon waren: Rector Vriens en de paters Menken, van Kampenhoud en Schoot.
St.Jansknapen, Kruisvaarders en Jongenskoor
Hier deed ik mijn Eerste Heilige Communie. Ik ben lid geweest van de St.Jans-knapen en later van de Kruisvaarders, maar dat is niet zo lang geweest, want al spoedig kwam ik bij het Jongenskoor o.l.v. pater van Kampenhoud.
Kerstmis was een zeer drukke tijd. De eerste Nachtmis begon om 03.00 uur, de tweede om 06.00 uur, om 08.30 uur de Kindermis en de Plechtige Hoogmis begon om 10.00 uur. ’s Middags om 1500 uur ‘Kindje Wiegen’ en om 19.00 uur het Plechtig Lof.
Spelen op het harmonium
In die tijd hadden wij geen pijporgel, maar een harmonium. Er moest dus gelijktijdig gespeeld en getrapt worden. Dit trappen was nodig voor de luchtvoorziening. Met je knieën bediende je twee zwelborden, welke nodig waren voor het volume.
In de meimaand en oktobermaand was er iedere avond Lof met Rozenkransgebed. Ik herinner mij hoe in de zomermaanden tijdens de Hoogmis het zonnetje vrolijk door de glas-in-loodraampjes naar binnen scheen. Het koor zong de twee-stemmige Mis van Perosi en statig liepen de heren v.d. Water en Oude Wolbers door de kerk met sjerp, waarop stond ‘Eerbied in Gods Huis’.
Gelovige werd door drijfnatte kwast getroffen
Het is gebeurd dat tijdens het Asperge Me, de kwast met wijwater van de stok vloog. Rector Vriens had een stevige zwaai in zijn arm en de drijfnatte kwast vloog met grote snelheid over de hoofden van de gelovigen en trof een van hen met alle gevolgen van dien.
Brandende kaars in de gordijnen
Een zondagmorgen tijdens de Hoogmis:
Een hommel vloog door het openstaande raam naar binnen, door een brandende kaars zo in de gordijnen achter het altaar, welke onmiddellijk vlam vatten. Pater Menken was aan het preken en verstarde van schrik. De vlammen kropen omhoog naar het zachtboard bij het plafond en het was aan de tegenwoordigheid van geest van de koster, Jan van Amerongen, te danken dat het vuur op tijd werd geblust. Hij sprong boven op het altaar en smeet de vazen met bloemen tegen de gordijnen, zodat de vlammen doofden voor ze het zachtboard bereikten.
Schuilen voor granaatscherven
Tijdens de oorlog is het gebeurd dat ik op weg naar de koorrepetitie moest schuilen onder een van de poortjes in de Weidestraat. Niet voor de regen, maar voor de granaatscherven, afkomstig van het luchtafweergeschut achter de Kruislaan. Eveneens in deze donkere dagen zijn wij naar Drenthe gereisd o.l.v. pater Lengers. Deze tocht ging ’s nachts over het Ijsselmeer en was zeker niet zonder gevaar. Wij lagen in het ruim van een tjalk en door de behoorlijke zeegang was het nu niet zo’n prettige tocht, maar alles ging goed en zo ontvluchtten wij de honger.
Oorlogstijd
Mijn broer en ik zijn daar bijzonder goed opgevangen en nog niet zolang geleden hebben wij contact gehad met deze mensen die ondanks hun eigen zorgen, hun brood met ons wilden delen.
In die tijd zorgde Rector Vriens ook heel goed voor zijn parochianen. Waar het in zijn vermogen lag, hielp hij iedereen en menigmaal kregen wij brood of ander voedsel om de honger te verlichten.
Een 'echte' kerk in 1952
Na de oorlog ging het parochieleven weer verder en al spoedig kwamen er plannen voor het bouwen van een ‘echte’ kerk en in 1952 verliezen wij ons Hulpkerkje waarin wij zoveel hadden beleefd en verhuisde onze parochie naar de Zaaiersweg.
Heimwee
Hier zijn wij in 1960 getrouwd en hebben Betondorp verlaten. Vanuit West fietste ik iedere zondagmorgen naar de Zaaiersweg voor het bespelen van het orgel tijdens de Kindermis. Nu speel ik nog de zaterdagavonden en de 2e dag van de Feestdagen. Na 60 jaar gaan de Paters van de Heilige Familie ons verlaten. Wij zullen ze missen.
Frans Blok
-----------------------------------------
Klik rechts (icoontje) bovenaan op de foto/collage en de foto/collage wordt vergroot weergegeven.