Ik ben in 1935 in Betondorp geboren. Tot mijn huwelijk woonde ik in de Tuinbouwstraat. Tot 1947 op nummer 72, daarna op nummer 104. De behoefte aan ruimte was niet meer zo groot want van de elf kinderen waren er nog maar twee thuis. Mijn ouders kwamen in 1927 met negen kinderen in Betondorp wonen. Twee kwamen er nog bij, ik was de laatste in de rij. Nummer 72 was ruim en had een douche en wastafel, voor die tijd uitzonderlijk luxe.
We keken uit over het Zuivelplein, aan het eind staat een gebouw. In mijn tijd zat rechts in het gebouw de Pieter Nieuwlandschool en links de Rooms Katholieke kerk. Het plein was ideaal speelterrein. Er was ook een plantsoen met mooie rozenperken waar je uit moest blijven, daar letten de omwonenden wel op. Kattenkwaad werd er uiteraard ook uitgehaald. Eén bepaalde streek zal ik niet gauw vergeten. De Rooms Katholieke kerk had op het dak een kleine klok. Het luiden ervan, vaste prik op zondagmorgen, bracht een aantal knapen op het idee dit eens te gaan saboteren. Gewapend met een jute zak lukte het hen om op zaterdag op het dak te komen. De klepel werd zorgvuldig ingepakt en er werd met spanning afgewacht wat het effect de volgende morgen zou zijn. Het resultaat was een zeer “doffe” oproep om naar de kerkdienst te komen. Pater Vriens zal hier niet gelukkig mee zijn geweest.
Het gebouw op het Zuivelplein was in de oorlogsjaren een openluchtschool waar aan kinderen uit Betondorp maaltijden werden verstrekt. Ik herinner me dat we daar met een lepel en bord naar toe moesten en te eten kregen. Daarna doken we buiten in de emmers waarin het eten was aangevoerd om er de restjes uit te schrapen. Later werden er in het gebouw Duitse soldaten ingekwartierd, hiervoor werd een groot deel van de straat afgezet met prikkeldraad. Na de oorlog werd het gebouw gebruikt voor festiviteiten. Ik heb er op 1 februari 1957 mijn bruiloft gevierd en vervolgens het dorp verlaten.