Ik kom uit een gezin van 12 kinderen. Mijn moeder had een jongere zus die non was in het OLVG. Zij werd aangesproken als Zuster Marie Louise, maar voor ons was het tante Nel.
Tante Nel had nooit tijd. Zij werkte gewoon altijd. Ze kon ook nooit gewoon lopen; ze liep op een soort drafje. Steeds ook werd zij gestoord door dokters die haar nodig hadden. Ja, Zuster Marie Louise had een belangrijke positie, zij was hoofd van de Operatie Kamer. Zij had daar ook een werkkamertje. In 1950 kwam ik als militait uit Nederlandsch-Indië en moest opgenomen worden, natuurlijk in het OLVG. Mijn tante kwam mij regelmatig bezoeken, zij was ook bij de onderzoeken die ik onderging. Ik hoor het haar nog zeggen: "Hans het doet geen pijn, het is alleen een vreemd gevoel".
Het was niet altijd mogelijk om met bed en al naar de kapel te gaan. Mocht dit wel, dan was dit een hele verhuizing: van die geweldig grote bedden met een verpleegster ervoor en een erachter. .. Maar je was er lekker even tussen uit. Later heb ik daar ook mijn vrouw- Ines Duives- leren kennen die als verpleegster werkte op de 2e verdieping van de klasse-afdeling.
Natuurlijk heb ik in de loop der tijd meermalen het OLVG bezocht.
Nu staat er een nieuw gebouw met een prachtige kapel. Gelukkig wordt er aan gewerkt om de sfeer van vroeger een beetje aan te houden.