Jeswin was 13 toen haar vader op 7 juni 1989 omkwam bij de SLM-vliegramp. Ze had een hele goede band met hem. Haar vader was alles voor haar. Toch was het niet makkelijk thuis. Dat maakt haar gevoel dubbel. Wat heel zwaar is, speciaal voor een Hindoe, is dat hij nooit geïdentificeerd is en in een massagraf ligt. "Wij zijn de enige traditioneel Hindoestaanse nabestaanden, maar op de jaarlijkse herdenking, op het ‘s Gravesandeplein, is er altijd een Hindoestaans element. Voor mij persoonlijk is dat niet belangrijk, maar in het herdenken van mijn vader wel. Mijn vader was een traditionele man. Hij deed alles door bidden. Als mijn vader nog zou leven, zou ik zeker tegen hem gerebelleerd hebben. Ik durf hem niet te bekritiseren omdat hij dood is en ook omdat iedereen hem dus zielig vindt. Het valt mij behoorlijk zwaar bij mijn onwikkeling dat ik het met mijn vader niet heb kunnen afmaken en met mijn moeder ook niet hoor. Het werd verzwegen. Over je gevoel praten, dat zit er ook niet in bij de Hindoestanen. Mijn oplossing daarvoor is dat ik mij heb overgegeven aan allerlei humanitaire instellingen. Die hebben mij wijsheid gegeven. Nederland is wat dat betreft een gezegend land. Ik heb mijn vaders dood verwerkt op mijn manier en het best wel kunnen accepteren. Ik ben wel een hele tijd boos geweest, maar toen snapte ik het gewoon nog niet. Nu snap ik de komst van de mens op aarde, de geboorte en ook de dood. God heeft er bewust voor gekozen hem naar zich toe te trekken, omdat hij geleefd had op deze aarde. Ik denk dat hij nu bezig is met de begeleiding van ons. Bij moeilijke beslissingen vraag ik mijn vader mij een richting te geven. Dan komt hij ineens in mijn droom en dan weet ik de volgende dag wat ik moet doen."
Hindoeïsme en de dood
Ik heb mijn vaders dood verwerkt op mijn manier en het best wel kunnen accepteren.
4156 keer bekeken