Het KNSM eiland is kunstmatig aangelegd in het IJ. In de jaren zeventig is het waarschijnlijk door de KNSM verlaten, omdat het niet meer rendabel was. De scheepvaart ging achteruit in die tijd door meer luchtverkeer. Het eiland stond leeg tot het herontdekt werd door de kraakbeweging in de jaren tachtig. Het werd bezit van een nieuwe bevolking. Kunstenaars steken er neer, er was geweldig veel ruimte in de loodsen. Zo ook een neef van me, die beeldhouwer was. Hij betrok het pand Levantkade 10, een groot stenen gebouw met hele dikke muren. Een grote, kale, koude ruimte, die leefbaar gemaakt moest worden. Gelukkig is het een handige jongen, die veel zelf kan. Hij heeft kamertjes en een keuken getimmerd en hield genoeg ruimte over voor een groot atelier. Ik ging in die tijd vaak bij hem langs om te kijken hoe het ging. Ik ben er ook voor het eerst gaan schilderen, er was plaats genoeg, en hij had ook een ezel staan.
Dat was allemaal leuk en aardig, maar er is natuurlijk niks mee te verdienen. Totdat mijn neef op het idee kwam om een bronsgieterij te beginnen. Op een gegeven moment had hij genoeg werk om ervan te kunnen leven. Af en toe hielp ik hem wel eens met het invormen als hij het erg druk had. Ik vond bronsgieten een fascinerend beroep.
Ik kwam graag op het KNSM eiland. Er woonden allemaal aparte mensen, halve kunstenaars en zwervers, die tezamen aan de rand van de Amsterdamse samenleving woonden als de zogenaamde stadsnomaden. Er stond bijvoorbeeld een oude Engelse dubbeldekkerbus, ingericht als Engelse pub en eetcafé. Er stonden verder wat woonwagens, een paar caravans en zelfs een wigwam. Allemaal leuk en lekker in de zomer, maar ’s winters was er een probleem, dan was er het gevecht tegen de kou. Kachels maken en bouwen was het favoriete gespreksonderwerp. Ieder vond z’n eigen creatieve oplossing. De levenswijze sprak me erg aan, maar ’s avonds ging ik toch altijd weer braaf naar de Bloemgracht waar mijn vriendin met het eten zat te wachten, en ook nog eens bij de warme kachel. Je moet geen watje zijn als je wilt leven als stadsnomade.