"In het begin van de oorlog stonden er woningen te kust en te keur. Van de Transvaalbuurt verhuisde ik naar de Indische buurt, naar een hoekpand op de Insulindeweg/Celebesstraat, tegenover het Muiderpoortstation. Mijn man en ik hebben er vijftig jaar gewoond. Totdat dit monument van de Amsterdamse school werd afgebroken en ik terugkeerde naar de Transvaalbuurt. Er waren twee zolderetages met dakramen met noorderlicht, bestemd voor schilders. Carel Willink heeft er nog gewoond.
We konden helemaal over de stad heenkijken. In de oorlog zagen we bommen vallen op het Carltonhotel op het Rembrandtplein. 's Nachts werden we wakker als er weer ritsen joodse mensen en kinderen vanaf het Muiderpoortstation richting het oosten, naar Westerbork, vertrokken. Je hoorde de mensen aan komen lopen, onder de tunnel door en dan de treinen in. Je hoorde ze heel zacht praten. De SS-ers gingen er met geweren achter aan, schreeuwend en stampend. Later bewaakten hele jonge en oude Duitse soldaten het station. De middengroepen waren allemaal in de oorlog gesneuveld.
Op Dolle Dinsdag, op 6 september 1944, hebben ze de oude gasfabriek bij de Polderweg beschoten, waar nu een sporthal is. Een vliegtuig schoot op een trein met al die NSB-ers die naar het oosten wilden vluchten. Buiten, op straat, stond je als verlamd als die vliegtuigen heel laag overkwamen. Het was vreselijk, die oorlog."
's Nachts zagen we ze vertrekken
Je hoorde de mensen aan komen lopen, onder de tunnel door en dan de treinen in.
3830 keer bekeken