Ik ging als kleuter naar de St. Barbaraschool. Daar kreeg ik les van de nonnetjes, die nog in hun zwarte habijt les gaven. Tussen de lessen door gingen we naar de Bonifatiuskerk op het Kastanjeplein. De ingang van die kerk heeft veel indruk op mij gemaakt. Ik ruik de wierook nu nog.
De nonnen gaven streng les, maar dat vond ik wel goed. Ik zat met veel vriendinnetjes in de klas. Een non gaf mij blokfluitles na schooltijd. En ik heb ook zwemles gehad. Van mijn achtste tot mijn zestiende zat ik ook op handbal. Ik speelde op zondag de ene week thuis en de andere week uit, meestal tegen Amsterdamse topclubs. Soms gingen wij naar Hoorn en dan brachten onze ouders ons weg met de auto. Mijn ouders kwamen altijd kijken. ’s Zomers speelden wij op het veld, ’s winters in de zaal. Wij hadden een leuk team.
Op zaterdagavond zat ik op dansles met mijn handbalvriendinnen. De lessen duurden 1 à 1,5 uur. Ik leerde daar de quickstep en andere dansen die nu niet meer gedanst worden. Er deden meer meisjes dan jongens mee. Onze vaders kwamen ons om de beurt halen. Wij moesten ’s zondags weer vroeg uit de veren om te handballen. Ik was toen dertien.
Tussen de middag ging ik bij mijn ouders eten. Soms nam ik een vriendinnetje mee, soms ging ik bij haar thuis eten. Af en toe nam ik een paar vriendinnen mee naar huis. Dan draaiden wij plaatjes van Golden Earring en de Rolling Stones, kletsten wij over jongens, keken wij naar t.v, lazen we de Tina en maakten we ons op. Af en toe ging ik naar feestjes met mijn handbalvriendinnen.
Op de plek waar de Anna Bonifatiuskerk stond, staat nu de Kastanjehof en daar werk ik nu. Ik vind het grappig om er weer terug te zijn.
Terug naar de kerk
Die kerk heeft veel indruk op mij gemaakt. Ik ruik de wierook nu nog.
5075 keer bekeken