Mijn oom Jan woonde in de Wijttenbachstraat. Aan de muur hing een houten bordje met de zwierige letters “Dansschool J. Koehof”. Daarnaast, met het raam op straathoogte, was het souterrain. Als er kermis was op de Polderweg, klopten we aan, zogenaamd voor een praatje, maar het eigenlijke doel was het kermiskwartje. Achter de woonkeuken in het souterrain was een kleine danszaal, waar mijn oom en tante privé-danslessen gaven. Later heb ik daar menig blauwe teen opgelopen, ik mocht dan met de boerenpummels dansen en verdiende er zo wat bij.
De eigenlijke dansschool bevond zich in de Linnaeusstraat in De Poort van Muiden, tegenwoordig East of Eden, met boven het café-restaurant de danszaal. De ingang was om de hoek in de Commelinstraat. We kwamen via een hoge trap in de garderoberuimte en daarna in de danszaal. Binnenkomend zat mijn tante Truus aan een tafeltje de contributie te innen en bij 'vrij-dansen' verkocht ze de kaartjes voor de vermakelijkheidsbelasting.
Oom Jan had mij genereus beloofd dat ik als zijn nichtje uiteraard gratis mocht dansen, maar tante, het zakelijk brein, inde gewoon mijn contributie. Natuurlijk durfde ik mij daarover niet bij oom Jan te beklagen.
Als ik binnenkwam, begroette deze mij allerhartelijkst met de woorden “Dag Anneke, dag schat, dag lieverd”. Ik kon wel door de grond gaan, want alle ogen waren dan op mij gericht.
Zoals je ook in films ziet stonden jongens en meisjes ieder aan een kant van de zaal opgesteld. De jongens moesten een meisje vragen, weigeren was verboden en ook 'schuifelen' (dicht tegen elkaar aan dansen) was er niet bij, maar menige jonge liefde bloeide daar op en veel huwelijken vonden er hun oorsprong.
Wij leerden, als in die tijd gebruikelijk, de Foxtrot, Engelse Wals, Slow-fox en Tango, maar ook de Jive, Cha-cha-cha, Rumba en de Veleta, waarvan ik me herinner dat je met je achterwerken tegen elkaar moest botsen op de melodie van: Ken je de Veleta nog?
Zoveel is er dus ook weer niet veranderd...
Lees ook :