Retiefstraat 116 huis – Het gezin van Wolf Levenson (3)

Over de weduwnaar en zijn drie dochters na 1940

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Aanvraagformulier (voorblad) uit 1942 ter verkrijging uitkering in 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Aanvraagformulier (voorblad) uit 1942 ter verkrijging uitkering in 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Het volgende formulier gaat al over 1942 (hierboven). Daaruit blijkt dat Judith de kostwinster is en dat Wolf in zijn laatste betrekking werkzaam was als Sabbath opzichter in een bakkerij. Hier wordt nog wel vermeld dat hij ooit geleerd heeft voor het vak van Diamantslijper. In de hoek rechtsboven de hoofdletter J, het teken van de veranderde omstandigheden!

Aanvraagformulier (achterzijde) uit 1942 ter verkrijging uitkering in 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Aanvraagformulier (achterzijde) uit 1942 ter verkrijging uitkering in 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Dit dossier werd opgemaakt en door Wolf ondertekend op 3 december 1942. Maar uit het meer reguliere dossier van 4 december 1942 blijkt dat dochter Judith ‘is vertrokken naar Duitschland’. Judith blijkt werkzaam te zijn geweest bij de Amsterdamse Peignoirfabriek in de Olieslagerssteeg waar zij 23 gulden per week verdiende. Uit het zelfde bericht blijkt dat de twee andere dochters, Sophia en Esther, al in Duitschland verblijven sinds 24 juli 1942.

Advertentie voor de NV Amsterdamse Peignoirfabriek ingang in de Olieslagerssteeg, hoek Rokin. Bron: Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer van 09-02-1940

Advertentie voor de NV Amsterdamse Peignoirfabriek ingang in de Olieslagerssteeg, hoek Rokin. Bron: Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer van 09-02-1940

De drie zuster bleven alle drie ongetrouwd en ingeschreven staan in de Retiefstraat 116 huis. Dientengevolge is Wolf zonder inkomsten (naast zijn ouderdomsrente) en doet daarom een verzoek om Onderstand. Dit wordt in eerste instantie geweigerd en hij wordt doorverwezen naar De Joodsche Raad. Gelukkig wordt dit direct hersteld in een volgend bericht. Hij krijgt een Onderstand van 5 gulden per 10 december 1942, uitbetaald per cheque.

Mededeling omtrent de aanvraag voor Onderstand in dec. 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Mededeling omtrent de aanvraag voor Onderstand in dec. 1942, bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Laatste melding uit het dossier en vermelding van het feit dat het Gezin De Levie naar deze woning is verhuisd. Bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Laatste melding uit het dossier en vermelding van het feit dat het Gezin De Levie naar deze woning is verhuisd. Bron: het Dossier Maatschappelijke Steun (1904) van Wolf Levenson

Inwoners?

Dan is er nog iets opmerkelijks. Wolf heeft inwoners gekregen die voor hem de huur betalen. Het gaat om het gezin De Levie. Zij moesten weg uit Amsterdam Zuid en hebben zich op dit adres gevestigd, al dan niet vrijwillig. In het dossier wordt vermeld dat zij Wolf als kostganger in het gezin hebben opgenomen. Heel stellig is de opmerking dat dit gezin geen familie is van Wolf. Zij woonde voordien in de Gaaspstraat.    Eduard was volgens de eigen archiefkaart oorspronkelijk werkzaam als veehandelaar en op het laatst portier bij De Joodsche Raad.

Bron: Joods Monument

Bron: Joods Monument

Bron: Joods Monument

Bron: Joods Monument

Het gaat om Eduard de Levie en zijn vrouw Bertha Steinburg. Hun dochter Erna woonde sinds haar huwelijk op 21 januari 1942 aan de Noorder Amstellaan met haar man Louis Wessels. Op de website van het Joods Monument staan nog een tweetal foto’s van het gezin. De foto ‘op het platte dak’ is niet van de Retiefstraat (geen plat dak namelijk).     

Tot slot

Wolf blijft niet heel lang meer in Amsterdam, op zijn oude adres. Voor zover mij duidelijk is hij op 2 februari 1943 in Kamp Westerbork aangekomen. Dochter Judith is dan al op transport op 8 december 1942. Beiden worden in Auschwitz vermoord, Wolf op 12 februari 1943, Judith op 11 december 1942. Sophia is samen met haar zuster Esther op 27 juli 1942 op transport gegaan naar Auschwitz. Beiden zijn op 30 september 1942 tegelijk vermoord. De kaarten van de Joodse Raad staan onder dit verhaal. 

Terug naar: VERHAAL 1

Alle rechten voorbehouden

6 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Kaart Joodse Raad van Wolf Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Wolf Levenson, bron: Arolsen Archives

Deportatielijst met Wolf Levenson en twee van zijn dochters, bron: Arolsen Archives

Deportatielijst met Wolf Levenson en twee van zijn dochters, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Judith Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Judith Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Esther Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Esther Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Sophia Levenson, bron: Arolsen Archives

Kaart Joodse Raad van Sophia Levenson, bron: Arolsen Archives

Geen reacties

Voeg je reactie toe