Op dit adres woonde Bernard (Barend) Hakker met zijn vrouw Raatje Truder. Bernard overleed op 15 juli 1931, hij was geboren op 19 maart 1886! Barend was banketbakker, zij trouwden op 28 september 1910. Raatje beleef toen achter met haar dochter Mimi. Mimi was een adoptiekind. Haar biologische moeder kon niet voor haar zorgen en moest haar kind ter adoptie afstaan.
Bernard Hakker werd in 1905 gekeurd voor de militie. Hij was toen al werkzaam als banketbakker. Bernard was de zoon van Abraham Hakker en Sara Busnach. Hij was 1 meter en 718 mm. Lang. Abraham Hakker, zijn vader, was werkzaam als Postbeambte en was op 17 maart 1852 geboren in Den Haag. Maar een jaar later komt hij met zijn moeder, de inmiddels weduwe Fijtje Hakker – Gelder (geb. te Hoorn) naar Amsterdam. Haar man, Barend Salomon Hakker, is op 11 juli 1852 overleden.
Abraham is het zesde en jongste kind. Zij komen te wonen op Prinsengracht 233. Hoewel ik daar verder geen bewijs voor kan overleggen was dit het adres van het Oude Aalmoezeniersweeshuis.
Samen met zijn vrouw Sara Busnach, met wie hij in 1879 was getrouwd, had hij vier kinderen. Gegevens uit het bevolkingsregister: Klaartje in 1883 / Bernard in 1886 / Sophia of Sophie in 1888 en Grietje in 1891. Het gezin woonde aanvankelijk in de Lange Houtstraat, gang 48, volgende adressen (voor 1893) waren op het Waterlooplein (81 en 68). De gezinskaart geeft nog een aantal kinderen, te weten: David in 1893, David Michaël (?) in 1895. David Mchaël zou in 1934 overlijden volgens het militieregister op 27 januari 1934.
Over Raatje Truder, dochter van Levie Truder en Leentje Nord.
Haar vader was geboren op 25 februari 1858 in Amsterdam. Zijn ouders waren Isaac Levie Truder en Marianna Simon Pop. Zij waren in 1850 getrouwd, maar Marianna zou in mei 1860 overlijden. Isaac Levie zou in 1861 hertrouwen met Leentje Izaak Scheffer. Bij de keuring voor de militie in 1877 gaf Levie aan te werken als sjouwer. Levie was 1 meter en 684 mm lang, met grijze ogen, een ovaal gezicht, een grote neus en mond en zijn haar was bruin. Hij hoefde niet in dienst vanwege de broederdienst. Levie groeide op in de Oude Jodenbuurt en woonde met zijn ouders onder andere op Marken 209, in de Uilenburgerstraat 122 en in de Gabriëlsgang (zijgang van de Uilenburgerstraat). Na zijn huwelijk met Leentje Nord werden meerdere woningen in de Oude Jodenbuurt betrokken om in 1919 naar de Transvaalbuurt te verhuizen, naar de Retiefstraat 120 – II om in 1937 bij zijn schoonzoon op nummer 114 – I te gaan inwonen.
Voor zover valt na te gaan, de gezinskaart is nogal duidelijk, kregen zij samen negen kinderen. De twee jongste dochters (Klaartje in 1895 en Roosje in 1897) zouden echter kort na de geboorte overlijden. Een derde kind, volgens de overlijdensakte van ‘het vrouwelijk geslacht’, werd op 26 mei 1898 levenloos geboren (of: als levenloos aangegeven).
NAAR: Retiefstraat, de Kopadressen
Of NAAR: VERHAAL 2