In de jaren vijftig zat ik op de ‘Derde Drie’, de derde driejarige HBS aan de Polderweg die inmiddels is afgebroken. Het was een hele leuke school met voor die tijd al veel buitenschoolse activiteiten. En het lerarencorps was uitmuntend. Mijn geschiedenisleraar was Theo van Tijn, die later hoogleraar is geworden. Hij heeft ons enthousiast gemaakt voor de geschiedenis van Amsterdam. Elke week trokken we met hem de binnenstad in en bezochten vele interessante objecten, zoals het Joods Historisch Museum dat toen gehuisvest was in de Waag op de Nieuwmarkt.
Ook de later zo bekend geworden feministe Joke Kool-Smit heb ik nog als lerares Frans zien binnenkomen. De lerares Duits, mevrouw G. Hollander, combineerde haar docentschap met een advocatenpraktijk. Als advocate haalde ze eens de krant, toen ze via een audiëntie bij de Duitse bondskanselier Adenauer een veel hogere schadevergoeding voor een joodse cliënt wist af te dwingen in het kader van de Wiedergutmachung. Directeur Hoogerwerf was een francofiel en een groot bewonderaar van Charles de Gaulle. Toen die aan de macht kwam, moesten alle leerlingen en leraren bijeenkomen en gaf hij een uitvoerige ‘briefing’ over de toestand in Frankrijk. En dan had je nog de leraar handenarbeid René Tonneyck die later een bekende beeldhouwer is geworden.
De Derde Drie is opgericht in 1921, eerst nog als achtste HBS, maar toen de gemeente het aantal driejarige HBS-scholen ging verminderen, is de nummering veranderd. De school zat in de oude gasmeterwerkplaats van de Oostergasfabriek. De driejarige HBS-opleidingen waren opgezet voor kinderen uit de middenstand of de arbeidersklasse voor wie de vijfjarige HBS als te elitair gold. Omdat de Derde Drie zo’n sterke sociale doelstelling had, is er altijd op onderwijskundig gebied veel nieuws uitgeprobeerd. Toen in 1968 de mammoetwet werd ingevoerd, is de Derde Drie omgezet in een Havo en opgegaan in de Van der Waalsscholengemeenschap, inmiddels Amstellyceum geheten.