De volkstuin van mijn vader, deel 2

De Volharding met de volkstuin van mijn vader, een belangrijk stuk in mijn leven, ligt nu helemaal bedolven onder het zand van de snelweg, maar mijn herinneringen zijn er, ook na zoveel jaren, nog steeds en daarom schrijf ik ze hier op.

moeder en Erny in het tuinhuuisje, foto uit privë bezit

moeder en Erny in het tuinhuuisje, foto uit privë bezit

Tuinpad van mijn vader
Het huisje en zijn interieur kan ik me nog heel goed herinneren. In het kamertje stond een grote sofa, waar af en toe op uitgerust kon worden. Er lag een sprei op van kleurige gehaakte wol en aan de wand tikte een koekkoeksklokje dat beschilderd was met een bollenveld. Er lag een Chinese strooien mat en natuurlijk gordijntjes voor de ramen. Het huisje had ook een inpandig toilet aan de achterkant. Met een deksel. Van alle gemakken voorzien dus; alleen ontbrak de waterleiding. Voor de tuinders was er een gezamenlijk te gebruiken kraan net op de hoek. Ik weet niet of in de jaren daarna mijn moeder nog veel bezoeken aan deze tuin heeft gebracht, maar op deze foto zit ik op het tuinpad van mijn vader en met mijn vriendje Hans Lubse.

Er kwam ook wel bezoek van familie. Op deze foto is het mijn oom Gerrit, die schuin tegenover ons huisje ook een tuin had.

bezoek van oom Gerrit in het tuinhuisje, foto uit privé bezit

bezoek van oom Gerrit in het tuinhuisje, foto uit privé bezit


Maar of het heel lang gezellig bleef, kan ik me niet herinneren. Het was immers oorlog en in 1942 gebeurden ook op dit vreedzame tuincomplex nare dingen. Er verdwenen zomaar tuinders, waaronder veel Joodse mensen en de tuintjes werden aan hun lot overgelaten. Maar mijn vader ging stug door met tuinieren.

Al snel was het hem duidelijk geworden dat in de komende winters een eigen groentevoorziening wel eens zou kunnen helpen om aan eten te komen. Daarom had hij een flink stuk van de tuin bestemd voor aardappels, plantte hij snij-, pronk- en slabonen, kool, wortels, spruitjes,  tomaten, bessen en al wat meer. Verwonderlijk wat er allemaal van dit stukje grond geoogst kon worden. Voor zijn pijpje teelde hij zelfs tabak, want daaraan was ook al heel snel slecht aan te komen. Lekker was de tabak niet, maar hij deed het er maar mee.

Hoest
De aardappels gingen thuis in de kelder, Witte en bruine bonen en erwten werden gedroogd, slabonen en spruitjes gewekt. Die gingen in glazen potten in een ketel met een belletje dat rinkelde als het kookproces klaar was. Maar een deel ging ook wel ‘in het vat’, grote bruine aarden potten. Dan werden ze rijkelijk met zout bestrooid, afgedekt met een doek en daarop een plankje dat met een steen werd verzwaard. Zo kon het fermenteren en was er de hele winter door een keuze uit groente. Het was jammer dat mijn vader in zijn zuinigheid de snijbonen te groot liet worden. Als snijbonen op de dis stond gruwden we er van. ‘Witte juffertjes in het groen’ (snijbonen met witte bonen) werd een voedzame stamppot, maar wij noemden het ’hoest’ om de harde stukjes, die in je keel bleven hangen.

Hongerwinter
Om de winterraad te sparen werd natuurlijk wel gebruik gemaakt van de bonnen voor groente en fruit die soms te koop waren in de winkel van Anink in de Brinkstraat. Als er brood was stonden we uren in de rij bij de bakker en onder de poort was het heel koud. Ik kan me niet wel herinneren dat in de Hongerwinter mijn vader suikerbieten en bloembollen probeerde, maar daarvan afzag omdat het smerig eten was. Ook kon ik gebruik maken van de gaarkeuken. Dan kreeg ik een flesje zout mee. Ik ben er twee keer geweest: een keer werd erwtensoep opgediend en dat omschreef het hele ingrediënt: water waarin alleen van die grote groene erwten dreven, geen kringetje vet en geen andere groenten; de daaropvolgende keer was het aardappelschillensoep. Volgens mij waren die schillen ook niet gewassen. Het was gewoon afschuwelijk eten en gelukkig hoefde ik van mijn moeder niet meer naar de gaarkeuken.  

Na de oorlog bleef de volkstuin nog steeds een bron van voedsel. We gingen vaak mee om te helpen. Zo mocht ik witte, bruine boontjes en erwten drie bij drie in een kuiltje stoppen. Of dan trok mijn vader een worteltje uit de grond en spoelde het af bij de kraan. Dat heerlijke peentje smaakte toen heel wat lekkerder dan nu en dat was ook zo met de tomaten. Heerlijk zo uit het vuistje!

Verder zonder huisje
Na de oorlog moest het huisje verkocht worden omdat mijn vader voor zijn baan bij de Gemeente Waterleiding een fiets nodig had. Hij kreeg een ander stuk grond om te tuinieren maar de lol van gezellig naar de tuin gaan was er natuurlijk wel af. Ook de grond was minder van kwaliteit. Zo kon het gebeuren dat mijn vader een grote aardappel rooide, waarin een heel muizennest bleek te zitten. Allemaal van die kleine roze muisjes. Een andere keer had hij last van veenmollen. Nee, dit was niet meer zo leuk, maar gelukkig was er ook weer groente in de winkels. Toch, in verband met zijn groeiende gezin, bleef hij zorgen voor kwalitatieve aardappels en huurde daarvoor een stukje land helemaal in de punt tegen de dijk aan. Dat was heel vochtig omdat de dijk daar doorsijpelde.

Het wecken ging na WOII nog wel een tijdje door. Als de snijbonen geoogst werden gingen ze na het wassen in een grote teil (die natuurlijk ook gebruikt werd als familie bad). Er werd een plank overheen gelegd en daarop kwam de snijbonenmolen, waar om beurten mocht worden gedraaid of de snijbonenmolen gevoed.

Geen Volharding

 Achteraf realiseer ik me hoe belangrijk die volkstuin voor ons gezin is geweest. Ik kan me niet herinneren dat ik echt honger heb gehad. Dit in tegenstelling tot mijn vriendinnen die door ondervoeding vel over been waren. Door  de vrieskou kregen ze ontstoken pijnlijke winterhielen, waar ze jaren later nog veel last van hadden.
De winters waren toen nog heel anders dan nu, vooral de hongerwinter was zeer streng. In de huizen konden de kachels niet aangestoken worden omdat er geen kolen of hout waren en om het weinige wat er was te koken was er dan een heel klein noodkacheltje. In dit verband herinner ik me nog heel goed de grote boom, die voor ons huis in de Landbouwstraat stond. Die was op een ochtend toen ik naar buiten keek, helemaal weg. Er lag geen splintertje meer… Hopelijk hebben de buren toen weer even hun  kleine kacheltje kunnen stoken.  

Alle rechten voorbehouden

127 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Erny in de kinderwagen, foto uit privëbezit

Erny in de kinderwagen, foto uit privëbezit

Op het zwarte paadje, foto uit privé bezit

Op het zwarte paadje, foto uit privé bezit

Erny op het tuinpad

Erny op het tuinpad

Vader van Erny

Vader van Erny

Geen reacties

Voeg je reactie toe