Marie en Daniël (dl.2)
Samen hebben zij op meerdere adressen gewoond. Zo hebben zij twee keer voor een korte periode in de Ben Viljoenstraat 9 huis ingewoond (het huisadres van Simon Halverstad, stiefvader van Marie). Hun laatste adres in Amsterdam is de President Brandstraat 60 huis (daar woonde het gezin van Leendert Franschman).
Over Daniël >> Daniël lijkt het niet zo nauw te hebben genomen met de door de Duitsers opgelegde regels. Hij komt regelmatig in aanraking met de politie. Hij is inmiddels werkzaam als poelier en woonachtig in de Blasiusstraat 88 III. Waar hij werkte is niet duidelijk, in 1931 was er een poelier (of: koopman in gevogelte) Barend Franschman die failliet was gegaan. Zijn 'poelierszaak zat op nummer 103 huis in de Blasiusstraat.
Op 14 augustus 1940 wordt Daniël gehoord in verband met een misdrijf met betrekking tot het slachten en plukken van kippen. Hij wordt na verhoor heengezonden. Daniël is op 2 januari 1941 in overtreding van het ‘inventarisatiebesluit’ over de verkoop van geslacht pluimvee. Er volgt in beslag name van ik neem aan het kippenvlees, maar Daniël wordt na onderzoek en verhoor heengezonden (zie voor meer info, hieronder). Donderdag 16 januari 1941 bevindt hij zich ‘in verboden tijd op de openbaren weg’, op het Iepenplein. Hij wordt enige tijd vast gehouden, in bewaring tot 04.00 uur. Daniël wordt ‘hem niets te zijner laste hebbende heengezonden’. Is wel wat vreemd, volgens mij mocht hij rond dat vroege uur ook nog niet op de openbare weg komen.
Ernstiger is het volgende: Op 30 september 1942 wordt hij samen met zijn broers Lehman (venter) en Leendert (diamantwerker) opgepakt. Het ten laste: weghalen van goederen uit ‘verlaten Joodsche woningen’.
Daniël en Marie krijgen een zoontje en ook hij krijgt de naam Lehman. Hij wordt geboren op 18 juli 1942. Het jonge gezin wordt op 28 mei 1943 in Sobibor vermoord. Daniël brengt eerst nog enige tijd oor in Kamp Vught. Hij krijgt het oordeel 'schwarzhandel' mee
Sara, het jongste kind van Isaäc Halverstad, wordt geboren op 9 juni 1921. Zij was werkzaam als naaister. Op 20 juli 1942 trouwt zij met Hartog de Hond (geboren op 28 april 1918). Hartog was werkzaam als metaalarbeider. Hij heeft daar zelfs de ‘dag ambachtsschool’ voor gevolgd volgens het militieregister. Hij was ten tijde van de keurig werkzaam als plaatwerker in de scheepsbouw. Hartog was 1 meter en 696 mm lang met een gewicht van 64 kilo. Hij wordt goedgekeurd en ingedeeld bij de Infanterie, ingaande 31 maart 1938. Exact een jaar later wordt hij voorgoed vrijgesteld.
Volgens de archiefkaart van Sara gaan zij wonen in de Reitzstraat 2 huis. In dit huis wonen in februari 1941 twee gezinnen. Het gaat om de gezinnen van Meijer en Abraham de Hond.
Op maandag 27 april 1942 wordt Isaäc samen met 10 andere mannen ‘opgebracht’. Zij ‘staan ter beschikking Chef Bureau N.D., maar niet gesignaleerd'. Waarschijnlijk verwijst de afkorting N.D. naar Nieuwe Doelenstraat 13 (= Bureau Inlichtingendienst).
NAAR: VERHAAL 1