Tugelaweg 66 II – Isaäc Halverstad (11)

Roosje gaat het huis uit, ‘het gezinsinkomen’ daalt

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Foto uit 1938 van de Tugelaweg 50-65, gezien in oostelijke richting naar de Linnaeusstraat, met rechts Maritzstraat 1-9. Bron: fotoarchief SAA

Foto uit 1938 van de Tugelaweg 50-65, gezien in oostelijke richting naar de Linnaeusstraat, met rechts Maritzstraat 1-9. Bron: fotoarchief SAA

Vanaf september 1933 gaat Isaäc over naar het Gemeenschappelijk Bureau voor Maatschappelijken Steun. In het eerste overzicht wordt kort ingegaan op de geschiedenis van dit gezin. Opvallend is de notitie dat Isaäc niet langer lid is van zijn vakbond. Daarnaast wordt uitgelegd waarom dochter Roosje niet langer thuiswonend is. Roosje zou niet langer kunnen opschieten met haar tweede moeder. Zij is daarom per maart 1933 ‘afgeschreven’. Roosje is ingeschreven bij de familie Godefroy in de Fraunhoferstraat, althans volgens het dossier. Uit haar archiefkaart en de woningkaarten blijkt dit niet. De familie Godefroy is niet te traceren op basis van deze gegevens. Mogelijk is haar tijdelijke inwoning niet gemeld of niet verwerkt.

Archiefkaart van Roosje Halverstad, bron: indexen SAA.

Archiefkaart van Roosje Halverstad, bron: indexen SAA.

Roosje zou nog steeds bij Rodrigues werkzaam zijn, echter wordt nu een adres op de Hoogeweg genoemd (en niet zoals eerder de Tugelaweg). Beide adressen kloppen, het gaat om Josua Rodrigues die in april 1933 verhuisde van de Tugelaweg 57 III naar de Hoogeweg 23 huis + benedenhuis. In april 1937 gaat de man failliet (zie afb.).

Artikel over de failliet verklaring van J. Rodrigues, de voormalige werkgever van dochter Roosje, bron: Alg. Handelsblad van 29 april 1937

Artikel over de failliet verklaring van J. Rodrigues, de voormalige werkgever van dochter Roosje, bron: Alg. Handelsblad van 29 april 1937

Meer steun?

Daarmee vervallen ook haar inkomsten van f. 15,- per week. Zij blijft haar vader echter steunen met f. 1,50 per week. Formeel is zij daartoe ook verplicht. Ook haar broers Simon en Abraham zouden de vader moeten steunen. Beiden zijn echter werkloos en ‘M.S. bekend’. Omdat de inwonende schoonvader inkomsten heeft, kan volgens de ambtenaar steun van Het Bureau wel vervallen. Daar stelt Isaäc tegenover dat er echter verder helmaal geen inkomsten meer zijn. Aanvankelijk wordt hem een steunbedrag van f. 6,25 toegezegd. Blijkbaar is er een rekenfout gemaakt, nog een week later wordt het bedrag verhoogd tot f. 9,25. Eigenlijk had dit een gulden hoger moeten zijn, maar ‘wegens gebleken onbetrouwbaarheid’ wordt er met een gulden gekort. Het gaat om de eerder genoemde terugvordering (verhaal 10).

In juli 1934 verzoekt Isaäc om een verhoging van de steun aangezien Roosje niet meer zou kunnen steunen. Na ‘bespreking’ is zij echter ‘weder bereid met f. 1,50 te steunen’. Isaäc is verder nog steeds in dienst van de Algemene Brandstoffenhandel Amsterdam en heeft daarvan nog steeds onregelmatige verdiensten. Hiermee wordt bij uitbetaling van steun rekening gehouden. Zo kan het zijn dat in mei 1935 de verdiensten van Isaäc bij uitbetaling werden verrekend en dat hij enige weken geen steun ontving. Het gebeurde zelfs dat Isaäc geen steun kreeg omdat hij een paar maanden eerder had gewerkt. Dat was louter een administratieve handeling. De steun werd daarna automatisch hersteld. Als blijkt dat de inkomsten van dochter Roosje omlaag zijn gegaan en zij niet meer kan bijdragen, wordt de steun aan Isaäc uiteindelijk met een gulden verhoogd tot f. 10,25.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 12

Alle rechten voorbehouden

24 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe