Ik heb tot mijn zestiende jaar in de Menadostraat gewoond. In 1938 zijn wij naar Wittenburg verhuisd. De Menadostraat was een klein maar gezellig straatje, en ik herinner mij Van Bienen nog heel goed, de haringboer die op nummer 21 woonde boven de karrenloods. En ook de Joodse slager Aronius die zijn zaak had op de hoek van de Menadostraat en Niasstraat. Toen ik veertien jaar oud was, heb ik voor deze slager gewerkt omdat zijn vaste knecht in dienst moest. Aronius, een verdomd aardige man, probeerde mij Esperanto te leren.
Op het Geheugen van Oost staan veel reacties van Betty Henssen wiens tante Lenie in de Reinwardtstraat woonde. Betty is de dochter van Catherine, de oudste zus van mijn vrouw Helen! Toen ik Betty voor de eerste keer zag was zij een schattig blond meisje. Ze was met haar zuster Tinie die een paar jaren ouder is dan zij. Elsje kwam een paar jaar later en toen zij drie of vier jaar was kwam ze een keer boos haar voetenstampend binnen van buitenspelen. Marcus, haar vader, vroeg wat er aan de hand was en wij hadden verschrikkelijke moeite om ons lachen in te houden toen we haar antwoord hoorden: "dat vuile tink oer"
Nadat ik ben getrouwd zijn we in 1949 in de Niasstraat gaan inwonen bij mij schoonmoeder (de oma van Betty). We woonden boven slager Bant, vlakbij de hoek van de Gerontalostraat. Ik werkte als drukkerboekbinder. Later emigreerde ik met mijn vrouw naar Australië. Daar wonen we nu nog altijd, in Pebble Beach Queensland, ten noorden van Brisbane, aan de kustlijn van de stille oceaan.