Nadat mijn ouders waren verhuisd uit de Transvaalbuurt ben ik in de Pretoriusstraat gaan wonen. Ik hield daar ook ‘praktijk’. Omdat ik huisarts was kreeg ik zowel de benedenverdieping als de eerste verdieping. Ik heb heel lang praktijk gehad in deze buurt. Ik had zelfs al telefoon, wat heel bijzonder was voor die tijd. Mijn telefoonnummer had maar vier cijfers, “4488" dat was mijn nummer. De visites deed ik per fiets, tot ver buiten de Transvaalbuurt trouwens. Ik was eigenlijk nog wel erg jong toen. Ik begon mijn praktijk toen ik 25 jaar oud was.
Wat ik me van de Transvaalbuurt kan herinneren, is dat het een heel plezierige buurt was. Iedereen kende elkaar en was met elkaar bevriend. Het was ook een echt mooie buurt met veel groen en veel ruimte. Het was een heerlijke buurt om in te spelen.
Er woonden veel Joodse mensen uit de oude Jodenbuurt. Het was ook een echte socialistische buurt, een Rode Buurt. Veel arbeiders waren lid van de Diamantbewerkersbond (de ANDB) en vaak ook van de SDAP (de Sociaal Democratische Arbeiders Partij). Hoewel het een echte volksbuurt was, woonden er opvallend veel mensen ‘van naam’ in de Transvaalbuurt. De bekendste was misschien wel “Ome Jan van Zutphen". Jan van Zutphen was van de Algemene Wonigbouw Vereniging en van de ANDB, men sprak wel eens van ‘de huizen van Ome Jan’. Dat was pas iemand om tegenop te kijken, daar kon ik echt niet aan tippen. Een andere bekende persoon uit de wijk was Alida Blitz, zij was een heel goede vriendin van mij. Samen met haar kwam ik in 1923 in de Gemeenteraad van Amsterdam.
De huizen van Ome Jan
Dat was pas iemand om tegenop te kijken.
2801 keer bekeken