Vanaf 1968, stond het gebouw leeg en vervallen op de Brink en raakte ernstig in verval, sloop dreigde. Bewoners ergerden zich mateloos aan het vervallen gebouw, samen met het er tegenover liggende verenigingsgebouw vormde dit het sociale en culturele hart van Betondorp.
Het gevaar werd afgewend door plaatsing op de monumentenlijst. In 1979 begon de actiegroep Brink uit de stutten met acties en maakte ze nieuwe plannen voor het verwaarloosde pand. Er werden 1400 handtekeningen opgehaald voor het behoud, hierdoor is de bal gaan rollen. Bij de open microfoon van Radio Stad Amsterdam kwamen geluiden zoals: Betondorp is achtergesteld, de Brink wordt niet onderhouden, er is geen opvang voor jongeren en sociaal culturele voorzieningen zijn er nauwelijks. Soms lijkt het in ons Brinkdorp; horen wij er nog wel bij………….”
Tja, de gemeente kan wel uitspreken dat het gebouw niet plat gaat, maar een plan hoe het dan verder moet is er nog niet. Het geduld van de bewoners raakt op. De Werkgroep Betondorp, het samenwerkingsverband van de verschillende organisaties organiseert een actieweek. Doel van de actie: herbouw van de oude vervallen bibliotheek, de Openbare Bibliotheek terug op zijn plaats, het Brinkhuis zou een ontmoetingsruimte moeten worden, een wens van bewoners en organisaties in de wijk. Wat de nieuwe functie zou moeten zijn: open activiteiten, even binnenlopen, een kop koffie, bijpraten of de krant lezen en een boek lenen. Een aantal organisaties samen kon dit aanbod bieden, zowel op cultureel niveau als ook hulpverlening. Grote wens: een vaste vestiging voor de bibliotheek.
De gemeente stond positief tegenover de wensen van de bewoners en de organisaties maar deed er niet veel aan. Brieven werden niet beantwoord of er kwam een reactie dat de zaak in onderzoek is. De ene afdeling verwees de kwestie naar de andere en niemand voelde zich echt verantwoordelijk. Een technisch onderzoek moest duidelijkheid geven over de mogelijkheden van de renovatie. De uitslag was helder “de bibliotheek aan de Brink wordt niet gesloopt” en “dat gebouwtje gaat niet plat”.
De buurt had in de tussentijd ook niet stil gezeten, samen met enkele medewerkers van de wijkpost voor bejaarden (term uit de jaren '70), de wijkverpleging, maatschappelijk werk en gezinszorg, hadden zij een brief gestuurd naar de wethouder Sociale Zaken. In deze brief wijzen zij de gemeente erop dat Betondorp wordt gebruikt als “opvangbuurt” voor met name bejaarden en mindervaliden uit de saneringswijken zoals de Indische en Dapperbuurt, 36% van de bevolking is ouder dan 65, 1500 bewoners. De bejaarden ervaren de wijk als een prettige woonbuurt maar er zijn weinig winkels, geen bibliotheek of een plek om ergens met elkaar koffie te drinken. De geïsoleerde ligging van Betondorp speelt ook een rol. En mooi toeval, de Openbare bibliotheek is op zoek naar ruimte in het dorp ter vervanging van de bus. Zo ontstaat het idee om een kombinatie van bibliotheek en ontmoetingsruimte te maken.
Op 29 november 1984 is het gerestaureerde gebouw officieel geopend door Jan Schaefer. Hij zei er het volgende over: “Het herstel van de bibliotheek is te danken aan de actie van de buurt. Daaruit blijkt maar weer eens dat mensen die zich aan hun omgeving gehecht hebben niet berusten in het verval daarvan, zoals het was, was het een aanfluiting”. De directeur van de OBA, De la Court, wees er bij de opening fijntjes op dat “goede culturele voorzieningen ervoor zorgen dat de stad ook aantrekkelijk blijft om erin te wonen”. Ook vandaag nog steeds een goed uitgangspunt.