Om de hoek op het pleintje zat de drankwinkel, waar ik alleen met mijn moeder kwam. De geur in die winkel kan ik me nog levendig voor de geest halen. De drankflessen werden verpakt in een dun vloeipapier. Je kon er ook flessen laten vullen met een half of heel maatje jenever of citroen jenever.
Op verjaardagen werd er drank geschonken. Mannen dronken jonge of oude jenever, vrouwen dronken citroenjenever met suiker (citroentje met suiker), advocaat met slagroom of boerenjongens. Als bier werd er 'oud bruin' gedronken. De drank is er dus met de paplepel in gegoten.
Pinda’s erbij, gepelde gezouten of pinda’s in de dop. Veel later kwamen andere zoutjes zoals chips en nibb-it. Bij feestelijke gelegenheden werd er plakken leverworst, kaas, augurk in een plak cervelaat en rolmops geserveerd.