De schoenmaker vindt dat hij bijna altijd leuke klanten heeft, mensen die in de buurt wonen of werken. Vroeger kwamen er veel mensen die bij de Bierbrouwerij of het Belastingkantoor werkten, nu komen veel mensen die in het OLVG werken hun schoenen laten repareren. Soms levert dat een gratis consult op, zoals die keer dat een klant zag dat de schoenmaker een bloedneus had en vroeg of hij daar vaker last van had. De schoenmaker moest dat bevestigen en kreeg vervolgens het advies om dagelijks Halitran druppels te gaan gebruiken, want de klant bleek een KNO-arts uit het ziekenhuis te zijn. Bert Herman heeft het advies gevolgd en heeft sindsdien geen last meer van bloedneuzen.
In de 60-er jaren was er echter een tijd dat het moeilijk was om klanten te vinden. De sportschoen kwam toen op voor dagelijks gebruik en de goedkope schoen die de mensen liever weggooiden dan te laten repareren. Bert Herman is toen met zijn auto in Uithoorn folders gaan uitdelen en een speciale oranjekaart. Die kaart konden mensen maandags voor hun raam zetten als ze iets te repareren hadden, dan werden de schoenen opgehaald en de volgende zaterdag gerepareerd weer thuisbezorgd. Het systeem werkte zo goed dat een stomerij toestemming vroeg om ook zo te gaan werken.
De schoenmaker vertelt dat zijn winkel nooit is overvallen. "Ik denk omdat ik veel gereedschap heb. Ik ga meteen met mijn mes en een schoen voor de toonbank staan als ik het niet vertrouw.En ook buiten ga ik er op af als mensen zich verdacht gedragen." Maar gelukkig zijn de meeste klanten aardig en er zijn heel wat vaste gezelligheidsklanten bij; iemand die iedere vrijdag een uurtje komt babbelen, een man die 's ochtends om half acht - voor hij naar zijn werk gaat - even een praatje komt maken, en zelfs een buurtgenoot die iedere dag twee keer een uur komt bijpraten. En allemaal vragen ze bezorgd: "Je gaat er toch niet mee ophouden he?"
Voor nog een verhaal over Bert Herman ga naar