Het was herfst. De juf had gouden en rode bladeren en roomwitte paddestoelen verzameld voor school en de kinderen vonden het mooi. Ben was ook verrukt en verwonderd over deze pracht. De dag daarna liep zijn moeder richting school, de juf had haar ontboden. Wat zou er toch zijn? Toen ze de klas binnenkwam, zag ze een tekening van haar zoontje Ben op het bord. Het joch had het zwarte schoolbord volledig bedekt met zijn tekening van bladeren, paddestoelen en dieren. Ben vertelt daar nu over: "Juf vond dat geweldig. Moeder moést het zien!"
Aan het einde van het schooljaar, op de sportdag streden de kinderen om de eretitel ‘sportjongen van het jaar’. De hoofdprijs was een verfdoos en die wilde Ben maar al te graag hebben! "Ik heb mij die dag bovenmenselijk ingespannen met al mijn wilskracht. Zo greep ik de titel en kon ik de schildersdoos mee naar huis nemen. Wat was ik trots!"
In de zomer schreef een dropfabrikant een teken- en slagzinwedstrijd uit. Enige weken na zijn inzending stond Bens broer Leo voor het raam roepend dat er een auto het plein op kwam. "Dat was bijzonder, zo rustig was het toen op straat. We konden overal spelen. De auto stopte voor onze deur! Een mijnheer met een enorme doos stapte uit. Het was mijn prijs! Een doos vol drop. Dat konden we niet op. Indertijd was er, op de hoek met de Louis Bothastraat, een snoepwinkeltje. Binnen stond een man, zijn hoofd iets schuin zei hij alleen maar: ‘Ja?’ Aan hem verkocht ik de doos drop." Bens inzending was een zee met een matroos met een rol drop in de hand en de tekst: ‘Ik ga naar zee en neem Klene-Frujetta mee.’
Ik ga naar zee
Bens tekenvaardigheden werden al vroeg erkend: op school, maar ook als een auto aankomt rijden...
6634 keer bekeken