"Nog zie ik haar boenend op het wasbord of met zware tassen terugkerend van de Albert Cuypmarkt. Altijd werkend. Mijn moeder was weduwe en we waren nog met z’n zessen thuis,"vertelt Ben Haring. "Het was sappelen om de kinderen groot te krijgen. Ze heeft ons bijgebracht al wat fatsoenlijk is: niet stelen, beleefd zijn, werken. Ze had kostgangers vanwege het geld." Ben herinnert zich zo’n kostganger: "Ja, Frans was een hartelijke figuur en een goede vriend voor ons." Als joch tekende en schilderde Ben altijd. Moeder vond het prima en kostganger Frans had er ‘lol’ in. Eens schilderde Ben voor een Paroolwedstrijd ‘Sint in de sneeuw’. De krant weigerde zijn deelname want zij geloofden niet dat een kind dat gemaakt had! Frans kreeg het schilderij toen mee terug.
Later bedacht Frans dat Ben wel belangstelling zou hebben voor echte schilders. "Frans nam mij mee naar het Rijksmuseum. Dat was een heel end vanaf het Krugerplein. Ik was nog een schoolkind, maar toen ik daar binnen was, voelde ik meteen een wonderlijke verbintenis met schilders als Tintoretto en Rembrandt. Een soort herkenning. ‘Met dit alles heb ik te maken’, dacht ik toen. Ik voelde een serene vertrouwdheid. Frans wilde na enige tijd naar huis en ik mocht van hem alleen achterblijven. Pas toen de suppoost kwam zeggen dat het sluitingstijd was, schrok ik op uit mijn mijmeringen en ging ik naar huis."
Frans was een fijne vent, maar soms... "Eens kwam Frans de trap op met zelfgeplukte bloemen. Hij had zijn geld verzopen! Moeder sloeg hem toen boos met de bos in zijn nek!"
Naar het museum met de kostganger
Moeder had kostgangers vanwege het geld, eentje nam Ben mee naar het Rijksmuseum.
2435 keer bekeken