Evenals mijn broer Theo ben ook ik geboren in het huis boven de paardenstallen van de Amstelbrouwerij. Ik heb daar gewoond vanaf mijn geboorte tot aan mijn huwelijk in 1972.
Het was voor Amsterdamse begrippen een heel groot huis met een enorme speelruimte doordat het sowieso aan de rand van het Oosterpark stond, maar ook doordat we van hartelust konden spelen in de stallen en alle ruimte daar omheen.
Er was altijd wel wat te doen in de stal. We hebben er gespeeld op de hooizolder wat eigenlijk niet mocht maar toch deden als de stalbaas er niet was en de paarden aan het werk waren en het bier onder leiding van de koetsiers en hun bijrijders naar de cafees in de binnenstad brachten.
Overigens was ik geen fan van de paarden. Ze waren mij te groot en te lomp en wilde ze alleen maar aaien als ze veilig in hun box stonden.
Ook waren er nog konijnen en marmotten in een ruimte aanwezig. Die waren eigenlijk van het lab van de Amstelbrouwerij. Zij werden verzorgd door de stalbaas.
We hebben hutten gebouwd van allerlei houtafval dat altijd wel ergens lag. Dat deden we dan vaak samen met vriendjes en vriendinnetjes. We hadden zeker wat speelruimte betreft niets te klagen. Het was echt top om daar zo op te mogen groeien.
Zeker ook met het Oosterpark in de buurt met zijn IJshuisje en de speeltuin en de grote speelweide was het echt een hele unieke buurt om op te groeien