Ik loop langs de stille buitenrand van het park. Het lijkt op een bospad.
Op de grond liggen nog de bruine verdroogde beukenbladeren, maar daar tussendoor is het helemaal groen van de opkomende daslook. Op sommige plaatsen, het hangt van de windrichting af, kan al je een heel klein beetje de zachte uiengeur waarnemen.
Naast het pad over de brede sloot ligt een grote eeuwen oude Joodse begraafplaats. De zerken hangen scheef of zijn helemaal weggezakt in de drassige grond. De houten zerken zijn al lang geleden vergaan. Het terrein is overwoekerd met een fijne rietsoort waarvan na de zomer de hoge zacht beige halmen met pluimen blijven staan. Zachtjes golven ze mee met de wind. Het is alsof de rust van de begraafplaats daardoor zichtbaar wordt.
Vandaag is het een mooie vroege lentedag. Het is niet zo warm maar de natuur maakt zich toch op voor het nieuwe seizoen. Heel voorzichtig komen knopjes aan de bomen en aan sommige struiken zijn al piepkleine blaadjes te zien. Het is nog te weinig om de zoete geur van het jonge groen te kunnen ruiken.
Kleine vogeltjes tjiepen en tjilpen, ik hoor het gekrijs van halsbandparkieten, maar ik kan ze niet ontdekken. Een zwerm kraaien snauwt erop los. Elk vogeltje zingt hier letterlijk zo het gebekt is.
Ik loop verder het park in. Hier en daar blaft een uitgelaten hond, een fietser rijdt bijna onhoorbaar om je heen. Wandelaars lopen met elkaar en anders wel tegen een telefoon te praten.
Maar waar je in het park ook bent, altijd hoor je het verkeer van de rondweg dat met een hoge brug over het brede water gaat.
Graag had ik nog verteld over de smaak en de geur van de koffie . Het warme gevoel van het kopje in mijn handen.
Helaas, het koffiehuis is gesloten. Coronatijd.
5 maart 2021
Zerken scheef
en weggezakt
in het veen.
Herinnering
aan wat voorheen
stadsbewoners waren.