Jachthaven Nooit Gedacht en het pontje aan de Oosterringdijk bestaan al ruim 100 jaar. Praktisch al die tijd zijn ze de eigendom van de nazaten van Gerrit van de Brink, die de zogenaamde ‘overhaal’ en kanoloods rond 1900 overnam van dhr. Versanen. Het pontje kwam er waarschijnlijk vanwege de bouw van de Indische Buurt rond 1900. Wandelaars konden zo op de Westelijke Merwedekanaaldijk komen waar toentertijd drie natuurzwembaden waren: het zogenaamde 3-centenbadje bij de Amsterdamse Brug, Zwemschool Oost (10 cent) bij het Gemeenlandshuis en het Plashuis (15 cent) bij de Diemerzeedijk.
Via een stuk hout met handgreep werd de pont over een kabel naar de overkant getrokken. Kees Hartog herinnert zich dat wandelaars 5 cent betaalden en fietsers 10 cent. De mensen stonden vaak in rijen te wachten. Snoep en limonade werden vanuit een houten kiosk verkocht. Over het Merwedekanaal was toen nog een pont (op rails) die na een aanvaring rond 1960 werd opgeheven.
In de Tweede Wereldoorlog hield men in het ponthuis groepjes joden verborgen.’s Avonds werden ze via het pontje naar Friese appelboten in het Merwedekanaal gebracht.
Het pontje en omgeving zijn meermalen als decor gebruikt bij films waaronder Rififi. En ook drs. P. maakte er gebruik van om zijn beroemde lied 'Heen en Weer' te promoten.
Dochter Irma, die zo ongeveer op het pontje is geboren, woont met haar gezin tot volle tevredenheid in het huisje ernaast. Ze vertelt dat ze jarenlang kinderen van de Avondvierdaagse via het pontje naar de overkant heeft gebracht, waarna ze limonade kregen. Dat waren leuke tijden. Haar ouders Agnes en Kees verblijven zomers aan de ‘overkant’ waar Kees druk is met zijn ganzen, pauwen en kippen.
Helaas werd vlakbij een tijdelijk bruggetje aangelegd in 1990 vanwege een triatlon. Ondanks protesten en procederen staat het er nog steeds. Maar het pontje is er ook nog. Gelukkig maar!