De Amsterdamse wortels van mijn vader gaan tot ver terug in de tijd en liggen in de Jordaan, de Nieuwe Leliestraat en in de Tsaar Peterstraat. De wortels van mijn moeder liggen op de Hoogtekadijk en ook een heel klein beetje in Rheine, Duitsland. Maar dat kwam omdat een overopa zijn grote liefde daar vond en gelukkig snel daarna weer terugkwam naar het Amsterdamse. Mijn vader is geboren in de Brinkstraat in Betondorp en toen hij 2 jaar was verhuisde het gezin naar het Onderlangs. Mijn moeder is geboren in de Javastraat maar al snel na haar geboorte verhuisden zij naar de Ploegstraat, hemelsbreed 300 meter bij mijn vader vandaan om de hoek. Het is dan 1934. Mijn vader ging als kleuter naar de Watergraafsmeerschool. Mijn moeder ging naar de Montessorischool bij Frankendael. Tijdens de oorlog konden beide nauwelijks naar school vanwege het afweergeschut batterij Klingermann. Bij mij staat nog altijd een tot asbak omgebouwde granaathuls uit dat batterij. In de hongerwinter moesten mijn ouders de stad uit. Mijn vader ging met het jongenstransport, over het IJsselmeer eerst naar Friesland en later naar Heerhugowaard. Mijn moeder werd door mijn opa zelf weggebracht naar Vollenhoven, naar de boerderij van de familie Van Benthem, ja van schaatser Evert. Mijn ouders waren allebei erg muzikaal. Mijn vader speelde al vanaf zijn jeugd dwarsfluit bij TWM. Zijn vader speelde daar trombone. Mijn moeder kreeg thuis pianolessen. Haar moeder kwam uit een gezin van zangers, entertainers, grimeurs en decorbouwers. Sportief waren ze ook, allebei. Mijn vader voetbalde bij TWM en later richtte hij en zijn vrienden honkbalclub De Geuzen op waarvan het speelveld voor De Meer lag. Uiteindelijk is hij 19 jaar lang voorzitter geweest van die club, totdat wij uit Amsterdam weg verhuisden. Mijn moeder softbalde bij VVGA, een club die nog steeds bestaat. En ergens in die honk- en softbaltijd van beide is de vonk overgesprongen. Waarschijnlijk is die er altijd al geweest maar hadden ze hem niet opgemerkt omdat ze altijd samen waren. De eerste tijd woonden ze in bij mijn grootouders in de Ploegstraat. Daar is ook mijn broer geboren.
Maar al heel snel daarna verhuisden ze naar Osdorp waar kort daarna ik geboren ben. Een mooie verbinding tussen Oost en West. Ook wij hebben heel veel leuke herinneringen aan Amsterdam Oost. Logeren bij opa en oma, ijs eten bij Schep op de Middenweg, met opa naar de visboer op de Dappermarkt, naar de slager op de Brink en dan vragen of hij ook varkenspootjes had en als hij dan "ja" zei roepen "dan zal jij moeilijk lopen", wandelen naar de Diemerbrug en met oma in de tram naar de Stad. Iedere zondag gingen we naar Het Dorp en als Ajax thuis speelde moesten we met de tram omdat dan het hele dorp met dranghekken was afgezet, geen auto kwam er nog in. Als Ajax scoorde konden we dat horen bij oma in de achterkamer aan het gejuich van de supporters in het stadion.
De ouders van mijn moeder verhuisden in 1968 naar Emmeloord, vanuit de stad met rondom zwarte vlaktes en in augustus de stank van uien, kon het arbeidershuisje wat ze hadden nog zo schattig zijn, ze waren er nooit gelukkig en volkomen ontheemd. De ouders van mijn vader verhuisden tijdens de renovatie van het dorp, tijdelijk terug naar de Brinkstraat en zijn later in de Egstraat gaan wonen. Als ik op de Ooster ben zeg ik ook altijd hun even gedag vanaf het strooiveldje waar mijn ouders rusten.
Mijn vader overleed in 2006, we namen afscheid van hem op 23 februari op de Nieuwe Ooster en verstrooiden zijn as op het veldje aan de Zaaiersweg. Mijn moeder overleed in 2017, van haar namen we afscheid op 11 maart ook op de Nieuwe Ooster en haar as verstrooiden we onder dezelfde boom op hetzelfde veldje aan de Zaaiersweg. Hun sterfdagen, 17 februari en 4 maart, liggen net zo dicht bij elkaar als zij altijd geweest zijn. Regelmatig zoek ik de rustplaats van mijn ouders op.
Ondanks dat ik nu al ruim 49 jaar ergens anders woon blijf ik Amsterdamse in hart en nieren en is er in mij nog altijd die verbinding tussen Oost en West.