Wanneer ik met mijn ouders naar tante Annie in Driebergen ging, of zoals later naar mijn a.s. schoonzusje in Baarn, vertrokken wij vanaf het Muiderpoortstation. Je kwam binnen in een grote hal waar zich links de loketten bevonden. Je bestelde een kaartje via een rond rooster in de glazen afscheiding en er werd een bruin kartonnen treinkaartje voor je gepakt. Dit werd op een ronde metalen schijf gelegd die half aan de kant van de lokettist lag en de andere helft lag aan de kant van de reiziger die hier dan zijn geld op diende te leggen.
In de trein knipte de conducteur hier een gaatje in. Om alleen op het perron te mogen kocht je een blauw perronkaartje van een dubbeltje.
Via een gangenstelsel kwam je op de perrons waar zich houten banken bevonden die beschut werden door crème betegelde wanden.
Met de trein gaan vond ik altijd een feest. Mijn vader was minder reislustig hoewel hij in zijn jeugd alle wereldzeeën bevaren heeft. Hij ging altijd een uur eerder naar het station dan mijn moeder en ik. Mijn vaders leus was “beter een uur te vroeg dan een minuut te laat???.
De trein reed toen nog langs 'het' Bijlmermeer toen het nog een meer was.