Mijn jarige poëziealbum.
Vandaag, zeventig jaar geleden, kreeg ik voor mijn zesde verjaardag een poëziealbum van mijn tante.
Pas in september zou ik naar de eerste klas gaan en het duurde nog even voordat ik het rijmpje met mijn naam voorin het album kon schrijven onder het toeziend oog van oma, met als voorbeeld haar eigen poëziealbum. Het is geschreven met een van de eerste balpennen die te koop waren. Een ossenbloedkleurige pen met een metaalachtige paarse glans erover, met de uiterlijke vorm van een vulpen, dus met een losse dop. Dat ding schreef nog lang niet goed. Trok eerder een serie stippeltjes dan een lijntje. Deze nouveauté had ik van mijn oma gekregen.
Helaas is de bladzijde die ik met die pen schreef niet gedateerd. Het is te zien dat ik nog niet goed kan schrijven, maar mijn handschrift is al duidelijk te herkennen.
In de eerste jaren schreven alleen naaste familieleden en de juffrouw van de eerste en tweede klas in het album. Mijn klasgenoten waren nog te jong. Pas in september 1954, vier en een half jaar nadat ik het album kreeg, komen hun eerste wensen voorbij. Rijmpjes vol onzin die steeds in ieder album werden overgeschreven, met vlekken en fouten. Waarschijnlijk hebben de schrijfsters vaak niet beseft wat ze je wensten. Als er maar iets in het album stond met een plaatje en hun naam erbij.
Vanmorgen passeerden al hun namen de revue. Van sommige klasgenoten ken ik wat details. Evelyn die in haar jeugd niet geaccepteerd werd door haar vader, trouwde met een man die na de huwelijksvoltrekking losse handjes bleek te hebben, een tweede man die verongelukte en waarmee ze niet had durven trouwen na de slechte ervaringen in haar eerste huwelijk. Haar vader, waarmee de relatie toch nog goed gekomen was kwam om bij een brand in zijn caravan. Mijn vriendin Frieda die helaas niet ouder werd dan vijftig jaar. Endang,een meisje uit een Javaanse adellijke familie met een frêle, beeldschone moeder en een vader die hier in Nederland, half in jaren vijftig, een belangrijke positie had. Bij haar heb ik voor het eerst nasi goreng gegeten, klaargemaakt door de meegekomen baboe. Endangs vader bracht ons na haar verjaardagsfeestje in een grote Amerikaanse slee naar huis. Willy die ik tegenkwam na ons vijfenvijftigste. Wij bleken allebei kanker te hebben gehad. Ria, waarvan de man al vreemd ging kort nadat ze met hem getrouwd was.
Over hoe het verder met deze mensen gegaan is weet ik niet. Van al die andere schrijfsters die ik niet genoemd heb heb ik nooit meer iets gezien of gehoord.
Het jarige album doet in zoverre zijn werk dat de wens die velen schreven : “nooit vergeten” uitkomt. Bij geen enkele naam die erin staat heb ik het gevoel dat ik niet weet wie het was.