Bij ons om de hoek was een lagere school maar mijn ouders besloten in 1950 om me niet daarheen maar naar de Willem van Outshoornschool te sturen, omdat deze zo goed bekend stond.
Kort na mijn 6e verjaardag kwam ik, met nog 41 andere kinderen, terecht in de klas van juffrouw Broekman ("de driftige juf met het dode haar", zoals een klasgenoot van toen zich haar nu nog herinnert.) Sommige zesjarigen waren onbevangen maar de meesten van ons waren nog heel verlegen. En dus zaten we netjes met de armen over elkaar, luisterden goed naar wat de juffrouw zei en deden wat er van ons verlangd werd. Vaak met het puntje van de tong tussen de lippen vanwege de inspanning .
Ik denk, dat geen van ons erop voorbereid was, dat een juf niet aardig zou kunnen zijn. Ik was dat in ieder geval niet en aanvankelijk had ik er ook geen reden voor om te veronderstellen, dat het anders zou kunnen worden. In mijn herinnering althans kon de juf het, in het begin, met mij net zo goed vinden als met de andere leerlingen. Maar dat duurde niet lang. Alles veranderde op de dag, dat zij jarig was en alle leerlingen kadootjes voor haar mee mochten (lees: moesten) nemen. Niet één groot gezamenlijk kado s.v.p. maar elk kind één.
Mijn ouders hadden een slagerij en gaven mij, niet wetende dat de juf vegetariër was, een fraai verpakte rookworst mee...... Nog die zelfde dag had ik het bij de juf voor eeuwig verbruid en daarna is het tussen haar en mij nooit meer goed gekomen. Hoe goed ik ook mijn best deed.
Haar obsessie ging zo ver dat ze er gedurende vier lange schooljaren niet voor terugdeinsde om mij, de slagersdochter die zelf liever kaas of hagelslag at, er keer op keer mee te confronteren: "Wat heb jij op je brood, Anja?" boog ze zich tijdens een schoolreisje huichelachtig lief naar mij over toen we ons van huis meegenomen lunchpakketje verorberden. Of ze opgelucht of gefrustreerd was met mijn antwoord: "Gebakken ei, juf.", heb ik natuurlijk nooit geweten.
Of die keer dat de tekenjuffrouw ons opdroeg een winkel te tekenen. "Een drogisterij, een kruidenierswinkel, een slagerij, een manufacturenzaak, een....." sprak zij toen ze werd onderbroken door een geagiteerde juf Broekman, die haar paniekerig in het oor fluisterend, maar voor ons wel hoorbaar, toevoegde: "Geen slagerij, geen slagerij...." waarna ze schichtig mijn kant uitkeek en zei: "JIJ mag wel een slagerij tekenen, hoor, als je dat wilt."
Op een kwade dag meende een klasgenoot, dat ik hem iets aangedaan had. Waarvan hij mij beschuldigde, had ik echter niet gedaan. Mijn ontkenning werd door juf Broekman niet geaccepteerd. Dreigend stond ze voor me en krijste: "Zeg dat je het gedaan hebt. Zeg dat je het gedaan hebt. Zeg...." En dus gaf ik op een gegeven moment maar toe, dat ik iets gedaan had wat ik niet gedaan had."
De juf was tevreden en gaf mij strafwerk mee naar huis waardoor mijn ouders te weten kwamen wat er gebeurd was en mijn moeder de volgende dag verhaal ging halen. Juf Broekman begreep er niets van: "Als je het niet gedaan hebt, Anja, waarom heb je dan gezegd, dat je het wel gedaan hebt?" teemde ze liefjes. Ik gaf het enige juiste antwoord: "Omdat u zei, dat ik dat moest zeggen." Een antwoord waarmee ik me natuurlijk niet populairder maakte en daarna door haar aangesproken werd met: koninginnetje. Een situatie, die voortduurde totdat mijn moeder haar er een keer op betrapte en dreigde naar de hoofdonderwijzer te gaan als ze mij nog één keer zo aan zou spreken.
De verlossing kwam in klas 5 bij meester Scholte, die we ook in de 6e klas nog hadden. Beetje streng maar zeker rechtvaardig. Hij onderwees met grapjes en woordspelingen. Aan hem heb ik dan ook alleen maar leuke herinneringen. Ook al riep hij mij of een klasgenoot soms tot de orde met een tik van zijn aanwijsstok op de vingers. Ach ja, dat hoorde erbij in die jaren. Geen ouder, die zich daarover opwond: "Je zult het er zelf wel naar gemaakt hebben" kreeg je te horen als je je er thuis over beklaagde.
Hoe een vegetarische obsessie mijn (nood)lot bepaalde.
Juf Broekman
1705 keer bekeken