Duifje
Het was de dag voor Kerstmis, al bijna Kerstavond. De kerstboom had ik net opgetuigd. Deze liet zich in haar volle glorie gelden in de huiskamer, de lichtjes straalden. De kleine kerstengel had een plaatsje gekregen op de bovenste tak van de boom, vlak bij de zilveren vogel met de zachte staart en de piek met de kleine klokjes. De kerstboom had een mooi plekje bij het raam gekregen, zodat de kleine kerstengel én de zilveren vogel een prachtig uitzicht hadden op het Iepenplein. Op tafel stond een schaal met fruit en noten. Kaarsjes stonden fier in hun standaard. Uit de radio klonk prachtige stemmige muziek. Kortom, de huiskamer was in gezellige kerstsfeer gebracht.
Nog één karweitje restte. De kerstkaarten moesten nog een plek krijgen. En zoals ieder jaar moesten zij hangen aan slingers. Hieraan worden de kerstkaarten bevestigd. Alle kaarten krijgen dan een mooie plek. Al die prachtige kaarten van familie en vrienden.
Al jarenlang gebeurt dit op de dezelfde wijze. De kerstkaarten komen voor de boekenkast te hangen aan sierlijke slingers van zilver en rood lint. De slingers zijn verbonden aan een wit kunststof duifje. Het duifje staat boven op de boekenkast en houdt de slingers met zijn pootjes vast. Trots kijkt hij dan vanaf de boekenkast de kamer in. Met zijn pootjes is hij verbonden aan alle goede wensen van al mijn vrienden en familieleden. Mensen die aan mij denken. Mensen die al het goede met me vóór hebben, die me geluk, gezondheid en goeds wensen. Vrienden van heel nabij, vrienden ooit ontmoet.
Dit simpele kunststof duifje is mijn vredesduifje. Hij is dan ook al jaren bij me, wordt ieder jaar uit de doos met kerstspullen gehaald en is me heel dierbaar geworden.
Hé, ik zeg: “híj”. Maar is het eigenlijk wel een hij? Heeft een vredesduif eigenlijk wel een geslacht? Ik denk het niet. Ja natuurlijk, een gewone huis-tuin-en-keukenduif wel, maar wie heeft ooit van een ‘vredesdoffer’ gehoord? Is een vredesduif misschien zoiets is als een engel? En heeft een engel eigenlijk wel een geslacht? Wellicht zijn zij beiden onzijdig. Laat ik ´het duifje´ maar gewoon ´Duifje´ noemen.
Aldus klom ik met een plakband apparaat in mijn ene en Duifje in de andere hand de trap op om bij de bovenkant van de boekenkast te komen. Vervolgens trachtte ik de pootjes van Duifje met plakband boven op de boekenkast te bevestigen. Dit jaar liep het echter niet zoals gewoonlijk. Hoe het kwam weet ik niet, maar het wilde van geen kanten lukken. Duifje wiebelde alle kanten op en verdomde het, (sorry voor het woord) om stil te blijven zitten. Wat ik ook probeerde met nog meer plakband, hij /zij/het vertikte het! Het altijd zo gewillige duifje bleef maar omvallen. Het werd een ware strijd. Ik begon meer en meer mijn geduld te verliezen. Engelengeduld moest er nu werkelijk aan te pas komen en dit engelengeduld had me nu juist in de steek gelaten. Kerstmis zonder Duifje is toch onvoorstelbaar. Er dreigde een vroegtijdige verhuizing naar de kerstspullendoos. Onze jarenlange vriendschap stond nu toch echt op het spel. Een immense woede kwam in me op en ik stond op het punt een ontzaglijke vloek uit te storten.
Maar…. mag je vloeken op een vredesduif? ‘Mijn god’, dacht ik, ‘dat kun je toch niet maken’. Duifje is mijn verbintenis naar al mijn dierbaren.
Ik schrok van mezelf, realiseerde me dat zoiets toch echt niet kon. Ik haalde diep adem en probeerde rustig te worden. Het is tenslotte bijna Kerstfeest.
Na deze inkeer probeerde ik, dit keer met herkregen engelengeduld, Duifje bevestigd te krijgen. En zowaar, het lukte. Duifje gaf een knipoog naar de kleine kerstengel en één aan de zilveren vogel met de zachte staart. De piek met de klokjes schitterende als nooit tevoren.
Was het Duifje zelf die m´n woede had weggenomen? Had Duifje mij dat engelengeduld gegeven? Was het Duifje die mij vrede gaf? Zeker is dat Duifje gedurende de hele Kerst heel triomfantelijk vanaf de boekenkast de huiskamer in keek.
Duifje keek enorm trots. Zij was natuurlijk ontzettend blij dat ze óók de Iepen van het Iepenplein heel goed kon zien vanaf haar plek op de boekenkast. Onze vriendschap is onverwoestbaar.