Martinus (Tinus is zijn roepnaam) is in Utrecht geboren op 12 oktober 1915 als zoon van Gerardus Johannes Cornelis van den Born en Bernardina Maria Ultee.
In eerste instantie heeft hij gewerkt als zilversmid. Vanaf 26 september 1940 woont hij in de Kraaipanstraat 11 boven, samen met zijn moeder. Dat hij en zijn moeder in dit huis wonen, heeft te maken met het overlijden van zijn vader op 8 januari 1940.
Voordien woonde hij in de Reamurstraat met zijn ouders en zijn broers en zusters. In het gezin worden acht kinderen geboren. Eén van hen, een dochter, overlijdt echter al op 11-jarige leeftijd. Tinus is het oudste kind binnen het gezin en na het overlijden van zijn vader wordt hij / is hij de kostwinner. In de oorlogsjaren krijgt hij een oproep voor de Arbeitseinsatz en vertrekt hij op 30 april 1942 naar Duitsland.
Hij wordt uitgezonden als ‘Bauhilfsarbeiter’ naar de Hollandse firma Ruytenbeek & Zaagsma in Gelsenkirchen. Voor de reis krijgt hij verteringsgeld mee, en wel een bedrag van ƒ 4, - (uitgekeerd op de 27e april). Als begunstigde wordt de naam van zijn moeder vermeld. Heel erg lang blijft hij daar niet, op 21 mei 1942 keert hij terug naar Nederland. Op de kaart van het Gewestelijk Arbeids Bureau Amsterdam (afdeeling tewerkstelling in Duitschland) staat de volgende aantekening: “Op eigen gelegenheid, kan niets overhouden, niet gemotiveerd”. (bron: lijst Tewerkgestelden 1940-1945, SAA genealogie).
Opvallend in deze is dat het lijkt alsof hij geen paspoort heeft aangevraagd. In ieder geval staat hij niet geregistreerd.
Terug naar: De Hofkerk (alle verhalen)