Hofkerk. 
Frits Slicht
Â
Â
De vader van Aloys is Gerardus Johannes Rooijmans, leraar geschiedenis aan het Ignatius college. Kort na de geboorte van de tweeling zusjes van Aloys overlijdt hun moeder. Aloys is dan twee jaar oud (hij is geboren in Den Bosch). Het gezin heeft kort in de Nicolaas Maesstraat gewoond om na twee jaar weer terug te keren naar het Linnaeushof 66 huis. Aloys gaat naar het Ignatius college waar hij 1941 zijn diploma haalt. Hij gaat naar de Universiteit van Amsterdam en kiest daar voor de studie klassieke talen. Als de studenten een loyaliteitsverklaring moeten afleggen aan de Duitse bezetter weigert hij. Hij wordt verplicht tewerk gesteld in een vliegtuig fabriek in Amsterdam Noord. Daar wordt hij op een gegeven moment opgepakt door de Duitsers. Hij blijkt een aantal brieven te hebben geschreven naar bekenden die in Duitsland te werk waren gesteld. Hij beschrijft in zijn brieven over de praktijken van de Duitsers. De Duitsers beschrijven dit als het verspreiden van gruwelberichten!
Vermoedelijk heeft hij absoluut geen rekening gehouden met een eventuele censuur. Dat zijn brieven konden worden gelezen, wordt hem uiteindelijk fataal. Op 15 maart 1944 wordt hij overgebracht naar het Huis van Bewaring I aan de Weteringschans (Kleine Gartmanplantsoen 14) .
Huis van Bewaring bij het Leidseplein. Het Leidseplein, situatietekening door H.J. Wigaman uit 1890 met het Huis van Bewaring. 
Via Kamp Vught wordt hij na verloop van tijd naar Dachau getransporteerd. Dachau stond bekend om de harde en slechte leefomstandigheden. Slechte behandeling, ondervoeding, nauwelijks warme kleding en daarboven ook nog eens de zware dwangarbeid. Het wordt hem fataal, hij wordt ziek (longontsteking) en sterft uiteindelijk op 3 april 1945 in de ziekenboeg van Dachau. De bevrijding was dichtbij, maar tegelijkertijd te ver weg. Drie weken later, op 29 april, wordt Dachau bevrijd. Â
Rouwadvertentie voor Aloys Rooijmans. Bron: De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad van 24-10-1945 
Aloys komt ook voor in de politieberichten (bron: SAA).
*Hij wordt op 12 februari 1942 opgepakt in de Universiteit van Amsterdam. De reden is dat hij wordt verdacht van het stelen van een pakje brood.
*In januari 1943 doet hij zelf aangifte, het gaat om de diefstal van zijn fiets op 16 januari 1943 vanaf de Singel voor perceel 421. het gaat om een zwart gelakte damesrijwiel met en waarde van Æ’ 40,- .